Op 17 juni j.l. voerden de Tweede Kamerleden Van Weyenberg van D66 en Lodders van de VVD het eerste bedrijf op van de klucht: “De heffingskortingen van Nederlanders in het buitenland.” Dit bestond uit het stellen van een aantal vragen aan de Regering over dit onderwerp.
Kennelijk waren deze vragen niet zo moeilijk te beantwoorden want op 10 juli j.l. kon staatssecretaris Menno Snel (de naam zegt het al) het tweede bedrijf opvoeren met het geven van antwoorden op de gestelde vragen.
En daarmee kwam een abrupt einde aan een aanvankelijk veelbelovende en voor heel veel in het buitenland wonende Nederlanders spannende klucht, welke ik onderstaand in de vorm van 5 vragen en daarop gegeven antwoorden en gedeeltelijk voorzien van mijn commentaar, zal weergeven.
Als “regisseur” van deze klucht merk ik op dat regisseren vaak bestaat uit schrijven en schrappen, zodat e.e.a. qua tijdsduur niet uit de hand loopt.
Vraag en antwoord:
1. Bent u bekend met het feit dat een groep gepensioneerde Nederlanders in het buitenland sinds begin dit jaar geen heffingskorting meer toegepast krijgt op hun AOW?
Ja. Dit komt door de loonbelastingmaatregel uit het pakket Belastingplan 2018. Door deze maatregel ontvangen buitenlandse belastingplichtigen met ingang van 2019 het belastingdeel van de heffingskortingen niet meer via de loonbelasting. Hiermee wordt voorkomen dat grote aantallen buitenlandse belastingplichtigen te veel aan heffingskortingen ontvangen waarop ze in de inkomstenbelasting geen of minder recht hebben.
Commentaar:
Een zeer opmerkelijke vraag met een even opmerkelijk antwoord.
De vraagstelling gaat over het “sinds begin dit jaar geen heffingskorting meer toepassen op de AOW”.
Eigenlijk zou de staatssecretaris maar ook de Kamerleden zich nog moeten herinneren dat voor de meeste in het buitenland wonende AOW-ers ingaande 2015 het belastingdeel van de heffingskortingen reeds is komen te vervallen.
Met de slotzin maakt de staatssecretaris het wel heel erg bont met zijn opmerking over de inkomstenbelasting. Weet hij dan werkelijk niet dat ingaande het belastingjaar 2015 niet alleen de Wet inkomstenbelasting 2001 maar ook de Wet op de loonbelasting 1964 is aangepast op grond van het Belastingplan 2014 en dat het probleem m.b.t. de heffingskortingen zich volledig toespitste op de door de SVB ter zake gevoerde (wan)praktijk? Dan wordt het tijd dat ik zijn geheugen, maar ook dat van de Kamerleden, even opfris.
“Wet op de loonbelasting 1964
Artikel 23 (voor zover van belang)
1 De heffingskorting voor de loonbelasting wordt slechts toegepast ingeval de werknemer daartoe een schriftelijk, gedagtekend en ondertekend verzoek aan de inhoudingsplichtige heeft gedaan. Het verzoek geldt tot het tijdstip waarop de werknemer het verzoek schriftelijk, gedagtekend en ondertekend intrekt.
3 In afwijking van het eerste lid wordt de belasting ingehouden:
a. met toepassing van de heffingskorting voor de loonbelasting:
2°. met betrekking tot het loon in de vorm van uitkeringen ingevolge de Algemene Ouderdomswet dan wel loon uit vroegere dienstbetrekking waarin zijn begrepen de uitkeringen ingevolge de Algemene Ouderdomswet dat een IN NEDERLAND WONENDE werknemer die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt geniet, tenzij de werknemer een schriftelijk, gedagtekend en ondertekend verzoek aan de inhoudingsplichtige heeft gedaan om de heffingskorting voor de loonbelasting niet toe te passen.”
Kort samengevat betekent dit dat:
a. je een verklaring voor de loonheffing moet sturen naar de SVB voordat zij de heffingskortingen mogen toepassen;
b. alleen als je in Nederland woont en als het daarbij gaat om een AOW-uitkering, de SVB de heffingskortingen automatisch toepast, tenzij je hen verzocht hebt om dat niet te doen.
Als je in het buitenland woont en je geniet een AOW-uitkering dan zul je dus in alle gevallen de SVB moeten verzoeken om de heffingskortingen toe te passen. Van een automatische toepassing mag geen sprake zijn. En wie heeft bij wonen in het buitenland zo’n verzoek ingediend? Ik durf wel te stellen: niemand.
Gekker nog. In 2016 kreeg ik een brief van de SVB toegestuurd, gericht aan een in de Filippijnen wonende klant, met de mededeling van deze dienst:
“Geachte heer,
Wij hebben de inhouding van loonheffing op uw AOW-pensioen veranderd. U krijgt vanaf oktober 2016 een AOW-pensioen van € 1.144,72 netto per maand.
Wij houden geen loonheffing in
Als iemand een AOW-pensioen ontvangt, houden wij daarop normaal gesproken loonheffing in.
Loonheffing bestaat uit loonbelasting en premie volksverzekeringen.
Op uw AOW-pensioen passen wij de loonheffingskorting toe. Dit betekent dat wij een bedrag aftrekken van de loonheffing die wij normaliter inhouden. Omdat deze korting even hoog of hoger is dan de loonheffing, hoeven wij geen loonheffing in te houden. In het overzicht bij deze brief ziet u hoe wij uw AOW-pensioen hebben berekend.”
Mijn klant had nergens om gevraagd maar kreeg plotsklaps zomaar even de heffingskortingen in z’n schoot geworpen! Tja, als je in het verleden iets “fout” hebt gedaan dan moet je dat “corrigeren”, nietwaar? En dat deed de SVB dan ook op haar manier! Deze klant is overigens later als gevolg van controle door de Belastingdienst wel “gepakt” door deze dienst. Dus alle voordeel weg. Wat hem restte was een verzuimboete maar wat ik ook weer ongedaan heb gekregen door middel van o.a. deze brief van de SVB (en een beroep op een opgewekt vertrouwen aan de zijde van mijn klant)!
Vraag en antwoord:
2. Kunt u inschatten wat de omvang is van de groep voor wie het sinds begin dit jaar is veranderd?
3. Kunt u inschatten welk deel is getroffen door de wijzigingen in het Belastingplan 2018 en welke deel door de wijzigingen in het Belastingplan 2019?
4. Kunt u een inschatting geven hoeveel van deze mensen voor 2019 ten onrechte de heffingskorting toegepast kregen op hun AOW?
2, 3 en 4
De wijziging waarop wordt gedoeld, behelst een tweetal maatregelen. De eerste maatregel ziet op het feit dat met ingang van 1 januari 2019, buitenlandse belastingplichtigen het belastingdeel van de heffingskortingen – met uitzondering van de arbeidskorting voor inwoners van de landenkring - niet meer via de loonbelasting ontvangen. Zoals al eerder aangegeven naar aanleiding van vragen van het lid Omtzigt, is er een groep van naar schatting 350.000 buitenlandse belastingplichtigen, die geen kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen zijn en die dus vanaf 1 januari 2019 het belastingdeel van de heffingskortingen - met uitzondering van de arbeidskorting voor inwoners van de landenkring - niet meer via de loonbelasting ontvangen.
Daarnaast is er een groep van naar schatting 130.000 kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen die recht hebben op dezelfde heffingskortingen als binnenlandse belastingplichtigen. Zij ontvangen deze heffingskortingen ook niet meer via de loonbelasting, maar kunnen deze te gelde maken via een voorlopige aanslag inkomstenbelasting of via de aangifte inkomstenbelasting.
Door de tweede maatregel uit het pakket Belastingplan 2019 die met ingang van 1 januari 2019 is doorgevoerd hebben buitenlandse belastingplichtigen van buiten de landenkring in de inkomstenbelasting niet langer recht op het belastingdeel van de arbeidskorting en de inkomensafhankelijke combinatiekorting.
De groep die per 2019 niet meer het belasting deel van deze kortingen ontvangt, maakt onderdeel uit van de hiervoor genoemde groep van 350.000 en is geraamd op 15.000 personen.
Een deel van de hiervoor genoemde groepen wordt gevormd door personen met de Nederlandse nationaliteit die AOW-gerechtigd zijn. Het concrete aandeel van deze personen in de aantallen is niet bekend.
Commentaar:
Vraag 4 brengt mij in opperste verwarring: “Kunt u een inschatting geven hoeveel van deze mensen voor 2019 ten onrechte de heffingskorting toegepast kregen op hun AOW?.” Is men dan toch bekend met het feit dat in een groot aantal gevallen de heffingskortingen per 1 januari 2015 al hadden moeten worden stopgezet?
Ik vind dit moeilijk te rijmen met vraag 1: “Bent u bekend met het feit dat een groep gepensioneerde Nederlanders in het buitenland sinds begin dit jaar geen heffingskorting meer toegepast krijgt op hun AOW?
Vervolgens zou ik daar een antwoord op verwachten van: “Ja, daar ben ik mee bekend. Ik ben dan ook blij dat door aanvullende wetgeving aan de praktijk van het ongelijk behandelen van gelijke gevallen door het buitenspel zetten van met name de SVB een eind is gekomen!”
Ook de betreffende Kamerleden zouden hier blij mee moeten zijn!
De in vraag 1 opgesloten ophef in voor mij dan ook volstrekt onverklaarbaar, tenzij men deze ongelijke behandeling verantwoord vindt!
Ik begrijp best dat Kamerleden van tijd tot tijd ook wel eens het podium willen betreden voor het opvoeren van een klucht. Daar worden ze immers ook goed voor betaald. Maar zorg dan wel voor betere teksten!
Vraag en antwoord:
5. Op welke aantallen is de raming van de budgettaire opbrengsten gebaseerd bij het Belastingplan in 2018 en 2019?
Voor de loonbelastingmaatregel uit het pakket Belastingplan 2018 is geen budgettaire opbrengst ingeboekt. De reden hiervoor is dat de maatregel het uiteindelijke recht op het belastingdeel van de heffingskortingen niet verandert.
Commentaar:
De constatering in de laatste zin is gedeeltelijk juist: reeds vanaf 1 januari 2015 bestond er voor deze groep al geen recht meer op het belastingdeel van de heffingskortingen. Maar dat betekent niet dat er geen budgettair voordeel had kunnen worden ingeboekt. Een groot aantal AOW-ers werd pas ingaande 1 januari 2019 geconfronteerd met het vervallen van het belastingdeel van de heffingskortingen voor wat betreft niet-kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen i.p.v. per 1 januari 2015. Vandaar ook de Kamervragen. Vanaf 1 januari 2015 hebben zij een groot voordeel genoten van ruim 1 maand AOW-uitkering per jaar. Dat is nu komen te vervallen. Dit betekent tevens dat de Schatkist gedurende vier jaren een gevoelig verlies heeft geleden.
Er is dan ook ten onrechte geen budgettair voordeel ingeboekt. Overigens begrijp ik dat ook wel weer want hiermee had de Regering onmiddellijk het tekortschieten van de controle van de zijde van de Belastingdienst bloot gegeven. Maar dat hier een budgettaire verruiming mee gepaard gaat staat voor mij als een paal boven water. Daarvoor hoef ik niet eens m’n zakjapanner tevoorschijn te halen.
Download met de volgende weblink het pdf-document met de volledige tekst: “Tweede Kamervragen Van Weyenberg (D66) en Lodders (VVD) over de heffingskorting van Nederlanders in het buitenland”:
https://www.rijksoverheid.nl/binaries/r ... enland.pdf