Nogmaals de Nederlandse Schenkbelasting en wonen in Thailand

Post hier je vragen over belasting, WAO en AOW in Thailand.
Moderators: Chang, Patriot, Broom

Moderator: Loempia

Plaats reactie
Bericht
Auteur
Gebruikersavatar
Lammert de Haan
Volwaardig lid
Volwaardig lid
Berichten: 1538
Lid geworden op: maandag 12 januari 2015, 19:59
Locatie: Heerenveen

Nogmaals de Nederlandse Schenkbelasting en wonen in Thailand

#1 Bericht door Lammert de Haan » dinsdag 27 december 2016, 14:10

Inleiding
Na mijn eerdere bijdrage over de Nederlandse schenkbelasting zijn er een paar zaken gewijzigd. Thailand is druk doende om de inrichting van haar belastingstelsel te moderniseren. Denk aan de sinds kort ingevoerde erfbelasting en de op handen zijnde invoering van een grondbelasting en de accijns op suikerhoudende dranken. Daarnaast heft Thailand sinds kort een schenkbelasting.
Maar ook van Nederlandse kant is e.e.a. aan het wijzigen. Zo is het standpunt t.a.v. een ‘soortgelijke heffing’ opgerekt terwijl een verdere versoepeling is te verwachten met name onder invloed van de EU.
Dit heeft mij doen besluiten om de eerdere bijdrage te herschrijven, uitgaande van de meest recente wetgeving en inzichten. Daarbij heb ik tevens een uitstapje gemaakt naar het Filippijnse belastingrecht en schenken aan een in de Filippijnen wonend kind.
Ook het Besluit voorkoming dubbele heffing (BVDB) en haar Uitvoeringsregeling worden in deze bijdrage verder uitgediept met daarbij een uitwerking naar de Thaise en de Filippijnse situatie, zulks ter verduidelijking van de werking van het BVDB en haar Uitvoeringsregeling.

Bij schenken door een Nederlander vanuit Thailand krijg je ook al gauw te maken met de belastingwetgeving van verschillende landen en met verschillende belastingstelsels.
Dit is nl. het geval als je als Nederlander binnen 10 jaren nadat je Nederland hebt verlaten een schenking doet. Had je echter niet de Nederlandse nationaliteit, dan geldt een termijn van 1 jaar. Zie artikel 3 van de Successiewet 1956 hierna.
Val je buiten de 10 resp. 1 jaar dan heeft de Successiewet geen vat meer op jou als schenker en dus ook niet op de verkrijger van de schenking.

In de volgende uitwerking zal ik het simpel houden en het beeld schetsen van een Nederlandse man, getrouwd met een Thaise vrouw en beiden korter dan 10 jaren geleden geëmigreerd vanuit Nederland naar Thailand. Aan de kinderen van de ouders worden schenkingen gedaan. Daarbij maakt het in principe geen verschil of de schenking wordt gedaan aan een kind van de Nederlandse man, wonend in Nederland, een kind van de Thaise vrouw, wonend in Thailand of een kind van hun beiden, wonend in de Filippijnen: nationaliteit of woonland van het kind spelen geen enkele rol.

Successiewet 1956
Alsdan krijg je te maken met o.a. de volgende bepalingen van de Successiewet 1956:

“• Artikel 1
1.Krachtens deze wet worden de volgende belastingen geheven:
2°.schenkbelasting over de waarde van al wat krachtens schenking wordt verkregen van iemand die ten tijde van de schenking in Nederland woonde.”

“• Artikel 3
1.Een Nederlander die in Nederland heeft gewoond en binnen tien jaren nadat hij Nederland metterwoon heeft verlaten, is overleden of een schenking heeft gedaan, wordt geacht ten tijde van zijn overlijden of van het doen van de schenking in Nederland te hebben gewoond.
2.Onverminderd het in het eerste lid bepaalde wordt ieder die in Nederland heeft gewoond en binnen een jaar nadat hij Nederland metterwoon heeft verlaten een schenking heeft gedaan, geacht ten tijde van het doen van de schenking in Nederland te hebben gewoond.”

“• Artikel 28
Schenkingen, door ouders tezamen of afzonderlijk gedurende een kalenderjaar aan een kind gedaan, worden aangemerkt als één schenking ten belope van het gezamenlijk bedrag.”

De belastingplicht
Nu de man nog geen 10 jaren in Thailand woont en dus minder dan 10 jaren geleden Nederland ‘metterwoon heeft verlaten’, wordt hij geacht ten tijde van de schenking (dus fictief) in Nederland woonachtig te zijn. Zie artikel 3, lid 1, van de Successiewet.
Om vervolgens de schenking te laten doen door de Thaise echtgenote, zou falen daar schenkingen door ouders tezamen of afzonderlijk gedaan worden aangemerkt als één schenking. Daarbij valt de man binnen het ‘fictief in Nederland woonachtig zijn’ en wordt schenkbelasting geheven. Zie artikel 28 van de Successiewet.
Dit is echter de in de Successiewet gegeven algemene regeling. In geval er sprake is van ‘dubbele belasting’ (zowel door Nederland als door het woonland) bevat het Besluit voorkoming dubbele belasting (BVDB) en dan met name in de Uitvoeringsregeling BVDB van de Staatssecretaris van Financiën, een afwijkende regeling. Aan het slot kom ik hierop terug.

De Nederlandse belastingwetgeving kent slechts in een zeer beperkt aantal gevallen het onderscheid van al dan niet in gemeenschap van goederen gehuwd zijn. Dit wordt doorgaans beschouwd als een privaatrechtelijke overeenkomst tussen man en vrouw, gebaseerd op het Burgerlijk Wetboek, zonder uitwerking hiervan in de belastingwetgeving. Binnen de Successiewet 1956 komt dit onderscheid dan ook niet voor.
Echter ook hier geldt een uitzonderingsbepaling in het geval er sprake is van ‘dubbele heffing’, eveneens neergelegd in het Uitvoeringsregeling BVDB. Zie verderop.

Zoals te lezen valt in artikel 28 van de Successiewet worden schenkingen die binnen een kalenderjaar worden gedaan samengevoegd tot één schenking. Hierop is slechts eenmaal de vrijstelling van toepassing.

De vrijstellingen
De Successiewet kent ten aanzien van schenkingen aan kinderen een drietal vrijstellingen:
a. de algemene vrijstelling van € 5.304,-- per kind per jaar;
b. een eenmalige belastingvrije schenking van € 25.449,-- aan kinderen vanaf 18 tot 40 jaar; deze komt in de plaats van de vrijstelling ad a. en is vrij te besteden; ouders mogen maar één keer gebruikmaken van de eenmalig verhoogde vrijstelling; deze regeling geldt ook nog als de verkrijger ouder is dan 40, maar een partner heeft die jonger is dan 40 jaar;
c. de schenking genoemd onder ad b. mag worden verhoogd tot € 53.016,--, maar dan moet het meerdere worden aangewend voor de financiering van een eigen woning of een dure studie.

Het tarief
De schenkbelasting kent 3 tariefgroepen. Voor een eigen (pleeg)kind bedraagt het tarief:
a. bij een waarde van de schenking van € 0 tot en met € 121.902,-- 10%
b. daarboven bedraagt het tarief 20%.

Een uitwerking
Stel: de ouders schenken € 20.000,-- aan een kind van de man, wonend in Nederland, € 20.000,-- aan een kind van de vrouw, wonend in Thailand en € 20.000,-- aan een kind van hun beiden, wonend in de Filippijnen.

Uitgaande van de algemene vrijstelling van € 5.304,-- is vervolgens ieder kind € 20.000,-- - € 5.304 x 10% = € 1.469,-- aan schenkbelasting verschuldigd.

De ouders kunnen nog wel besluiten om ‘vrij van recht’ te schenken. Alsdan wordt de aanslag schenkbelasting aan de ouders opgelegd i.p.v. aan de kinderen. Deze pakt dan wel iets hoger uit, omdat de te betalen schenkbelasting ook weer wordt beschouwd als een schenking, waarover vervolgens schenkbelasting wordt berekend.

Besluit voorkoming dubbele belasting
Binnen de Nederlandse belastingwetgeving kennen we het ‘Besluit voorkoming dubbele belasting’ (BVDB). Indien het woonland van het kind een soortgelijke belasting heft dan doet Nederland een stap terug. Hoe deze stap gezet moet worden is terug te vinden in de artikelen 47 tot en met 51 van de Successiewet en nader uitgewerkt in de door de Staatssecretaris van Financiën gegeven Uitvoeringsregeling ter zake van de uitvoering van het BVDB.

Van een in het kader van de Schenkbelasting gelijksoortige belasting is sprake indien die belasting dezelfde oorzaak heeft (een vermogensoverheveling uit vrijgevigheid) en hetzelfde object (de overgang van het geschonken vermogen). Ik ben van mening dat zowel de Thaise als de Filippijnse schenkbelasting aan deze criteria voldoen. Hierbij dient te worden opgemerkt dat het Nederlandse beleid ten aanzien van ‘soortgelijke belastingen’, mede onder invloed van de EU, danig is opgeschoven dan wel nog verder aan het opschuiven is in het voordeel van de belastingplichtige.

De Thaise schenkbelasting
Thailand kent sinds kort ook een Schenkbelasting. Hierbij hanteert zij een vrijstelling van schenkingsrecht voor de eerste 20 miljoen baht (is € 533.000,--) per kalenderjaar, met als gevolg dat alsdan geen sprake is van een dubbele belastingheffing en vindt dan ook geen toepassing plaats van het BVDB.

De Filippijnse schenkbelasting
Dit ligt anders voor wat betreft de Filippijnen. De Filippijnen kent al vele jaren een schenkbelasting. Momenteel bedraagt zij:

Afbeelding

Zie de website van de BIR:

http://www.bir.gov.ph/index.php/tax-inf ... x.html#dt4

Uitvoeringsregeling BVDB
In het geval van dubbele belasting vindt normaliter voor de Nederlandse belasting verrekening plaats van de in het buitenland verschuldigde belasting. Voor de Schenkbelasting kent de uitvoeringsregeling BVDB echter een geheel eigen systematiek.

De hoofdregel is (zie ook het vorenstaande) dat partners voor de berekening van de schenkbelasting als één en dezelfde persoon worden aangemerkt. Een schenking door een partner wordt dus behandeld als een schenking die is gedaan door de schenker en zijn partner samen. Artikel 3, eerste lid, van de Successiewet is van toepassing als één van beide partners de Nederlandse nationaliteit heeft én de schenking is gedaan binnen de tienjaarsperiode. De schenking is dan geheel belast.

Hiervan wordt afgeweken indien er sprake is van dubbele heffing en waarbij het BVDB van toepassing is. Alsdan doet ook het huwelijksgoederen recht z’n intrede (al dan niet in gemeenschap van goederen gehuwd zijn).

Schenking door ouders (al dan niet uit hun gemeenschappelijk vermogen) bij het van toepassing zijn van het BVDB
De schenking uit hun gemeenschappelijke vermogen wordt (economisch gezien) voor de helft toegerekend aan ieder van de echtgenoten. Als slechts één van de echtgenoten de Nederlandse nationaliteit heeft werkt het als volgt uit. De Nederlandse echtgenoot mag worden gezien als de schenker van de helft van de totale schenking. Alleen die helft van de totale schenking is op grond van artikel 3, eerste lid, van de Successiewet onderworpen aan de heffing van Nederlandse schenkbelasting. Deze redelijke wetsuitleg komt overeen met de toepassing van artikel 12 van de Successiewet. Op grond van die bepaling wordt een schenking binnen 180 dagen voor het overlijden, geacht door overlijden te zijn verkregen. Deze 180-dagenregeling wordt bij een erflater die in algehele gemeenschap van goederen was gehuwd, slechts toegepast op de helft van de schenking.

Met een tweetal voorbeelden, ontleend aan het Uitvoeringsbesluit BVDB, zal ik een en ander toelichten.

Voorbeeld 1
Vader (Nederlandse nationaliteit) en moeder (geen Nederlandse nationaliteit) zijn in 2008 geëmigreerd. Zij zijn in wettelijke gemeenschap van goederen getrouwd. In 2016 schenkt de vader of de moeder uit hun vermogen aan een kind € 20.000. Artikel 3, eerste lid, van de Successiewet is van toepassing op de helft van de schenking, oftewel op € 10.000,--. Zijn kindvrijstelling is € 5.304,--. Het kind is vervolgens € 10.000,-- - € 5.304,-- x 10% is € 469,-- aan schenkbelasting verschuldigd. Het maakt dus niet uit of de vader of de moeder schonk.

Voorbeeld 2
Als in voorbeeld 1. Maar de vader en de moeder zijn gehuwd buiten gemeenschap van goederen. Als de vader schenkt is artikel 3, eerste lid, van de Successiewet volledig van toepassing. De volle € 20.000 wordt in de heffing van de schenkbelasting betrokken. De belasting bedraagt hierbij € 20.000,-- - € 5.304,-- x 10% is € 1.469,--. Als de moeder schenkt, is de schenking niet belastbaar. Artikel 3, eerste lid, van de Successiewet is op de schenking van de moeder niet van toepassing.

LET WEL 1: in beide gevallen moet er wel sprake zijn van het heffen van een soortgelijke schenkbelasting door het thuisland van het kind en welke belasting ook daadwerkelijk is betaald. Anders zou immers niet gesproken kunnen worden van ‘dubbele belasting’ en zijn het BVDB en de Uitvoeringsregeling niet van toepassing.

LET WEL 2: de uitkomsten in beide voorbeelden zouden geheel anders zijn als je als Nederlandse man of Thaise echtgenote binnen 1 jaar na emigratie zou schenken, terwijl de Thaise echtgenote gelijktijdig is meegeëmigreerde naar Thailand. Alsdan wordt ook de Thaise echtgenote geacht nog (fictief) in Nederland te wonen ten tijde van de schenking en is ook haar (deel in de) schenking belast in Nederland. Zie artikel 3, tweede lid, van de Successiewet.

Conclusie

Kind van de man en wonend in Nederland
Hier is geen sprake van dubbele belasting. Het BVDB is derhalve niet van toepassing. Dit kind is vervolgens € 20.000,-- - € 5.304,-- x 10% is € 1.469,-- aan schenkbelasting verschuldigd.

Wel zou nog besloten kunnen worden om gebruik te maken van de eenmalige belastingvrije schenking van € 25.449,--, welke geldt voor kinderen vanaf 18 tot 40 jaar.

Kind van de vrouw en wonend in Thailand
Door de hoge vrijstelling in Thailand is er geen sprake van ‘dubbele belasting’. Dit betekent dat het BVDB niet van toepassing is. En evenals het in Nederland wonende kind, is ook dit kind € 20.000,-- - € 5.304,-- x 10% is € 1.469,-- aan schenkbelasting verschuldigd.

Ook hier zou nog besloten kunnen worden om gebruik te maken van de eenmalige belastingvrije schenking van € 25.449,--, welke geldt voor kinderen vanaf 18 tot 40 jaar.

Hun beider in de Filippijnen wonend kind
Nederland en de Filippijnen kennen beide een soortgelijke schenkbelasting. Dit betekent dat het BVDB van toepassing is. Naar ‘voorbeeld 1’ bedraagt de Nederlandse schenkbelasting de helft van € 20.000,-- is € 10.000,-- - € 5.304,-- x 10% is € 469,--.
De Filippijnen kent niet een soortgelijke regeling als het Nederlandse BVDB. Uitgaande van de dagkoers van de peso op de dag van de schenking van 52 kan de Filippijnse schenkbelasting als volgt worden berekend (in peso’s):

Afbeelding

Het in de Filippijnen wonende kind is € 469,-- Nederlandse schenkbelasting en € 1.061,-- Filippijnse schenkbelasting verschuldigd. In totaal dus € 1.530,--.


Zonder gebruik te maken van de eenmalige verhoogde vrijstelling ontlopen de uiteindelijk te betalen bedragen elkaar maar weinig. Dit betekent dat in dit geval voor wat betreft het in de Filippijnen wonende kind, het BVDB de bedoelde uitwerking heeft gehad, nl. (vanuit het Nederlandse gezichtspunt bezien) voorkomen dat er ook echt ‘dubbele belasting’ wordt geheven en waarbij gerealiseerd wordt dat de belastingdruk bij wonen van de verkrijger in de Filippijnen nagenoeg gelijk is aan die bij wonen in Nederland of in Thailand.
DISCLAIMER:
Het lezen van mijn berichten kan ernstig hersenletsel veroorzaken. Hiervoor aanvaard ik echter geen enkele aansprakelijkheid.

Plaats reactie

Terug naar “Belasting, WAO en AOW”