groetjes uit spanje. Jouw vrouw zal wel van het lekkere weer hier genieten. Hier is geen wolk te zien.
Ja, zwart op wit. Heel kort. Ik heb gewoon met alle getallen mijn aangifte gedaanis dit standpunt van de Belastingdienst ingenomen bij beschikking (dus ‘zwart-op-wit’)
Nee, :-) Maar het belastingverdrag zegt volgens mij niets over erfbelasting. Ob dat gebiet is dus volgens mij ook geen belastingverdrag tussen NL en TH afgesloten.Je hebt er vast niet bij vertelt dat met Thailand een Belastingverdrag is gesloten en dat Thailand soortgelijke heffingen niet kent.
Ik heb jou heel grondige beoordeling ja in mij opgenomen en daarom en spreek ik je ook niet tegen. Ook mijn eigen belastingconsulent is jouw mening.
Schenkingen, door ouders tezamen of afzonderlijk gedurende een kalenderjaar aan een kind gedaan, worden aangemerkt als één schenking ten belope van het gezamenlijk bedrag.”
Maar ondanks dit heb ik een andere beoordeling van een deskundige tot mijn persoonlijke opvatting gemaakt en direct meegestuurd.
"""
Met elkaar gehuwde personen (die niet van tafel en bed gescheiden zijn) worden
voor de berekening van het schenkingsrecht als één en dezelfde persoon
aangemerkt (art. 26 lid 1 eerste volzin SW 1956). De ratio van deze bepaling spreekt
voor zich. Er dient namelijk voorkomen te worden dat echtgenoten door het ‘knippen’
van schenkingen tarief- en schenkingsrechtvoordelen zouden behalen.
Deze regeling geldt voor alle belaste schenkingen, dus ook als Nederland op grond
van de fictieve woonplaatsregeling van artikel 3 lid 1 SW 1956 heffingsbevoegd is.
Daarbij is het voldoende dat één van beide echtgenoten de Nederlandse nationaliteit
heeft en de schenking binnen de tienjaarsperiode is gedaan. Andere omstandigheden,
zoals een toestemmingseis van de andere echtgenoot of een bestuursregeling, zijn daarbij niet van belang,
zo bepaalde de staatssecretaris in zijn gemelde besluit van 21 december 2005. De schenking is dan geheel belast. Let op,
er staat
niet
dat de gehele schenking is belast.
Want, zo vervolgt de staatssecretaris, indien uit het gemeenschappelijk vermogen
van de echtgenoten wordt geschonken, wordt deze schenking (economisch gezien)
voor de helft toegerekend aan ieder van de echtgenoten. De Nederlandse echtgenoot
mag dan worden gezien als schenker van de helft van de totale
schenking; alleen deze helft is aan de heffing van Nederlands schenkingsrecht
onderworpen. Hij baseert deze wetsuitleg op de toepassing van artikel 12 SW 1956,
waarbij in geval van een schenking door een in de wettelijke gemeenschap van
goederen gehuwde echtgenoot binnen 180 dagen voor zijn overlijden, slechts de
helft daarvan als een fictief legaat wordt aangemerkt.
"""