Verhalen uit het oude Siam; tour d'histoire

Informatie over cultuur en gebruiken.
Moderators: Chang, Patriot, Broom

Moderator: Loempia

Bericht
Auteur
prajak
Volwaardig lid
Volwaardig lid
Berichten: 17884
Lid geworden op: zaterdag 21 juni 2008, 00:24

Re: Verhalen uit het oude Siam; tour d'histoire

#61 Bericht door prajak » vrijdag 06 mei 2016, 00:14

Geschiedverhalen over Siam (58)
(2041)

Bron: Narrative of a Residence at the capital of the Kingdom of Siam (1852), by Frederick (Fred) Arthur Neale (1821-1863)

Het lied van de vletterman

==

‘ Toen Loubère Siam bezocht in 1687 schreef hij:

“Ik kon geen enkel Siamees lied goed vertalen, zo verschilt hun denkwijze van de onze. Ik heb beelden gezien, als voorbeeld, van een mooie tuin waar een verliefde man zijn geliefde uitnodigt te komen en daar enkele zegswijzen gezien die, voor mij, vol leken te staan met grove onzedelijke voorstellen al heeft dat niet dit effect in hun taal.

Maar naast liefdesliedjes hebben ze ook historische en deugdzame liedjes. Ik hoorde de roeiers enkele zingen en ze vertelden mij de betekenis. Ook vertelt men me dat de broers van de koning deugdzame gedichten schrijven die zeer hoog in aanzien staan en waar ze zelf de melodie bij maken. “


Ik ga de vertaling geven van een lied om je een indruk te geven wat men onder Siamezen zingt. ‘

Het lied van de vletterman

‘ Een verliefde Siamese knecht, geraakt door de charmes van een juffrouw met zwarte tanden, heeft een lied gemaakt dat erg in zwang is onder de vlettermannen en andere hulpen. Dat lied is, eenmaal vertaald, voor de oren van een vreemdeling bijna net zo charmant als het nikkerlied “De Boatmen Dance” maar absoluut minder melodieus. De naam van het meisje is Chin, een veel voorkomende meisjesnaam in Siam en Birma. ‘

==
Gelukkig en zorgeloos maak ik plezier
Peddel mijn boot op de diepe rivier
Mijn lied eindigt en heeft zijn begin
Met lof voor jou, mijn liefste Chin

REFREIN:

Ik aanbid je hoofd maar ook tenen en dij
Mijn lof voor jou is sterk als het getij


Bewonder, ‘k zeg het onomwonden
Jouw mooie haar samengebonden
Maar mooier dan de knot in je haar
Is jouw voorhoofd rimpelloos en klaar

Refrein

Zwarte wenkbrauwen vol en zuiver
Glanzend als een jonge bloedzuiger
Geen olifant, niet groot of klein
Pocht met jouw ogen zo lieflijk en fijn

Refrein

Die neus van je, ‘k weet zeker dat
Niemand ‘m heeft zo breed en plat
En ebbenboom’s bast diep in het hart
Is niet als jouw glanzend gebit zo zwart

Refrein

Jouw gestel is zo licht als een hertenbok
Maar sterk en hard als een dik rotsblok
Jouw voeten en tenen bewegen onverdroten
Mooi en breed als een eend z’n zwempoten

Refrein

‘k Zal met de hoogste prijs instemmen
Voor een vrouw die als jij kan zwemmen
En peddelen zo bekwaam en gezwind
Ook tegen de allersterkste wind

Refrein

Jouw huid van goud, een hoog jukbeen,
Daarmee lopen alleen prinsessen heen
Ik ben trots en ding mee en win
Zo’n mooie bruid als mijn liefje Chin

Refrein
Et cetera, et cetera, et cetera.

==

Toelichtingen

Vletterman, ook jollenman; loshulp, sjouwer, roeier, klusser in de haven en op de rivier. https://nl.wikipedia.org/wiki/Vletterman

Loubère, Simon de la Loubère. Leefde van 1642 tot 1729, Franse diplomaat, schrijver, dichter, wiskundige.

De Boatmen Dance, ook wel The Boatman’s Dance;1843 en toegeschreven aan Dan Emmett. Voor een historisch muziekje: https://www.youtube.com/watch?v=aEagDZnr3dw

Nikkerlied; Nigger Song, het staat er echt hoor. Midden 19e eeuw, toen werd dat woord helaas nog gebruikt.

prajak
Volwaardig lid
Volwaardig lid
Berichten: 17884
Lid geworden op: zaterdag 21 juni 2008, 00:24

Re: Verhalen uit het oude Siam; tour d'histoire

#62 Bericht door prajak » zondag 08 mei 2016, 00:18

Geschiedverhalen over Siam (59)
(2157)

Bron: Narrative of a Residence at the capital of the Kingdom of Siam (1852), by Frederick (Fred) Arthur Neale (1821-1863)

Het karakter van de Siamees

==

‘ Misschien is er wel geen enkel volk op aarde dat in zijn geheel, tout ensemble, lijkt op de Siamezen.

Van de Maleiers lenen ze de hoge jukbeenderen en hun platte wijde neus; van de Chinezen de ogen, van de Birmezen hun statuur, en hun huid en karakter zijn een mengeling van al die volken tezamen. Ze zijn klein van stuk maar sterk als een beer; toch hebben Siamezen het meegaande van een lam en een deel van haar lafheid.

Hoewel deze trekken ook ingebakken zitten in het Maleise karakter hebben ze niet een enkele trek van de onbevredigbare hang naar wraak die zo dominerend aanwezig is in de Maleise aard.

Immers, om die te bevredigen offeren ze een twintigtal onschuldige slachtoffers op om op die manier hun wroeging over te brengen op de personen die ze haten.

Wie kent niet de gevreesde uitroep ’wraakexpeditie’ als de Maleiers in een blinde vlaag van woede en toorn door de straten gaan, de kris in de hand, en iedere onschuldige persoon die hun pad kruist verminken of doden in hun duivelse roep om wraak! ‘
Afbeelding
‘ De Siamezen zijn niet in staat tot maar een enkele vonk van dergelijke vijandigheid en ik kan me niet herinneren dat ik in Bangkok ook maar een enkele keer twee Siamezen op de vuist zag gaan; slechts zelden zie je een ruzie.

Van jongs af aan hebben ze geleerd iedere hogere rang te gehoorzamen en te respecteren, van de koning tot de persoon net boven ze. En in ruil daarvoor ontmoeten ze respect van hun ondergeschikten. Vandaar dat ze zelden in een ruzie terecht komen zelfs al zou iemand wel zo in elkaar steken.

Ze zullen hun superieuren nimmer beledigen vanwege het risico van een afrossing want dat is de boeman die boven alle mensen in de regio hangt; ook om die reden zullen ze nimmer beledigd worden door hun ondergeschikten. ‘

Kleding
Afbeelding
‘ De kleding van de Siamese man in alle rangen en standen varieert alleen in wat de prijs daarvan is.

De rijke man draagt een short van zijde of geborduurde stof die van het middel komt tot aan de knie; de rest van het lichaam is de naturalibus. De arme man is gekleed in een inferieur stuk stof, soms geverfd maar vaak in originele staat. Ze dragen vaak een katoenen sjaal die achteloos over de schouder hangt met het eind om het middel geknoopt.

De gegoede mannen onder de Siamezen brengen hun dag door met de benen gekruist op de veranda of in een winkeltje. Ze roken, en drinken sloten thee de hele dag door met als enige afwisseling het eten dat geserveerd wordt.

Het lijkt of in hun genen staat dat ze honger hebben als een wolf; want geen man behalve de Siamees of de Chinees kan jaren en jaren achtereen roken en drinken zoals zij doen, zonder voldoende beweging, en toch altijd klaar zitten voor de maaltijd. ‘

Gokken en opium
Afbeelding
‘ De wat beter gesitueerden onder de handelslui en ook de edelen en onafhankelijke rijken in Bangkok, en dan alleen de mannen onder hen, zijn verslaafd aan gokken en aan het roken van opium.

Maar hoewel beide ondeugden verboden zijn door de koning en onderhevig aan zware straffen (een derde veroordeling leidt tot levenslange verbanning) en dus niemand in het openbaar aan die activiteiten meedoet, is de Siamese politie zo slecht georganiseerd dat Bangkok vol zit met gokholen aller aard.

Hier komen in de nacht de rijke en meest gerespecteerde bewoners, inclusief ambtenaren en edelen, die grote sommen geld steken in de volgende kaart die zal worden omgedraaid. En na een aantal rondjes kaartspel komen de opiumpijpen op tafel. Deze pijpen hebben veel weg van de waterpijpen, narghili, of ook wel hubblebubble zoals ze in de Levant heten. ‘
Afbeelding
‘ Maar een opiumset is anders. Opium wordt in een klein kommetje gebrand en de rook gaat door de pijp naar de mond als men een trekje neemt. Je houdt die pijp vast met twee handen, een onder de bol met water, een aan de bamboe pijp en je geeft na een paar trekjes de pijp door aan de volgende. Ook die zet de pijp aan de mond en neemt een paar haaltjes van dit erg bedwelmende en schadelijke goedje.

Het effect is ogenblikkelijk. Hij zakt langzaam op zijn rug in de kussens en wordt totaal ongevoelig voor wat er om hem heen gebeurt. Na een paar minuten komt hij langzaam uit deze verdoving en is er klaar voor weer de pijp ter hand te nemen. De pijp blijft rondgaan en in het algemeen duurt het een half uur voor de pijp van mond tot mond is gegaan en iedereen zijn haaltjes heeft genomen. Men zakt weg in een paradijselijke verrukking waaruit men stapje voor stapje wakker wordt. ‘
Afbeelding
‘ Een ouwe verstokte opiumroker vertelt me dat zou hij al weten dat zijn leven verwoest wordt door dat spul, hij de verleiding net zo min kan weerstaan als het mogen intomen van een onstuimige wilde hengst. Het brengt hem naar de zevende hemel; hij hoort en ziet dingen die geen tong kunnen beschrijven en het voelt alsof zijn ziel zo hoog boven de aardse dingen uitstijgt gedurende die momenten van vergetelheid dat hij zich verlost acht van zijn drukkende aardse kooi.

Maar hoe waar dit ook allemaal zal zijn, hoe verrukkend en plezierig, de trillende stem, het verlamde lijf, de diep weggezonken, glazige en wezenloze ogen spreken boekdelen over het schadelijk effect op het lijf.

Hoeveel bezieling ook, hoeveel uitbundige geesten jouw hersenpan ook verlichten, er zit geen vonkje vitaliteit meer in je. En op zekere dag, na nog meer trekjes en nog meer fantastische dromen, is ook dat laatste vonkje weg en zit er niets anders dan duisternis in de levenloze romp die zijn laatste levenslicht heeft verbrast.

Where has the brightness fled
That lighted up your eye?
Where have both thought and spirit fled,
The smile, the tear, the sigh?
The rippling waters answer ‘Hush’,
As gently the beach they lave,
‘If mortals upon their fate will rush,
They meet it – in the grave.’

==

Toelichtingen

Narghili, narghile, hubblebubble; oosterse waterpijp, Levantijnse waterpijp, borrelende waterpijp.

Afbeeldingen

Maleise krissen behorende tot de vorst (1907); By Internet Archive Book Images - https://www.flickr.com/photos/interneta ... 581196527/, No restrictions, https://commons.wikimedia.org/w/index.p ... d=44495684

Oosterse waterpijp; Door derivative work: Deuterium360 (talk)Shisha.JPG: de:Benutzer:Kaiser_Bob - Shisha.JPG, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=4663846

Opium; Public Domain, https://en.wikipedia.org/w/index.php?curid=11852409

De tekeningen zijn uit het boek.

prajak
Volwaardig lid
Volwaardig lid
Berichten: 17884
Lid geworden op: zaterdag 21 juni 2008, 00:24

Re: Verhalen uit het oude Siam; tour d'histoire

#63 Bericht door prajak » maandag 09 mei 2016, 23:52

Geschiedverhalen over Siam (60)
(2217)

Bron: Narrative of a Residence at the capital of the Kingdom of Siam (1852), by Frederick (Fred) Arthur Neale (1821-1863)

De gewone man, en de vrouw in de 19e eeuw

==

‘ De mensen van lage sociale status hebben hun dag al druk bezet en zijn gelukkig te arm om deel te nemen aan de excessen van hun rijke landgenoten.

Bedienden zijn druk bezig met de zaken van hun meester. De vlettermannen roeien van ochtend tot avond en zijn blij in de rusttijd wat te kunnen keuvelen met familie en buren; ze gaan met de kippen op stok en met de hanen er uit. Het gevolg is dat ze robuuste, gezonde mensen zijn; hun enige zorg is het dagelijks bestaan en slapen want ziek zijn ze zelden. ‘

Hun haar

‘ Alle Siamezen, van hoog tot laag en zowel arm als rijk hebben hun haar in een grillige en fantastische manier gekapt; het hele hoofd is geschoren behalve een kuif net boven het voorhoofd die omhoog mag groeien en iets heeft van een hanenkam. ‘
Afbeelding
‘ Ze zijn allemaal verstokte rokers en beginnen op zeer jonge leeftijd te paffen, zelfs voordat ze van de borst zijn.

Bij geen enkele man of of vrouw in Siam zal het in het hoofd komen iemand te helpen die pech heeft. Dat zie je als iemand in het water valt.

Zonder uitzondering zijn ze allemaal goeie zwemmers en de eerste kunst die een kind wordt ingeprent is zelfredzaamheid in het water, en zowel mannen als vrouwen blinken hier in uit. ‘

De bijna verdronken missionaris

‘ Door hun onverschilligheid iemand in nood te helpen was er bijna een serieus ongeval met een Amerikaanse missionaris.

Europeanen peddelen wel vaker zelf over de rivier zowel voor de lol als voor wat beweging maar je moet dit niet doen als je niet een beetje kunt zwemmen want gebeurt er wat dan komt niemand je helpen.

Maar broeder Jonathan ging ondanks de waarschuwingen die men hem gaf en ondanks de wetenschap dat nog geen jaar geleden een missionaris is verdronken toch peddelen en uit alle 24 beschikbare uren koos hij 19 uur als de rivier het drukst is want iedereen gaat naar huis voor de avond; dan valt al de nacht en om half zeven kan het al goed donker zijn in Bangkok.

Hij had nog geen 100 meter gepeddeld, raakte de kabel van een boot en hij kiepte direct om. Jonathan, die net zo goed kon zwemmen als een baksteen, had voldoende kennis om zich aan de kano vast te houden en de ongelukkige man voer met het tij mee richting zee.

Hij riep om hulp maar met iedere schreeuw kwamen sloten water in zijn mond dus hij hield zijn mond maar en vertrouwde op de voorzienigheid....

Tot zijn geluk kwam meneer Hunter net uit de andere richting in een grote kano en passeerde hem; het was helemaal donker en meneer Hunter besteedde geen aandacht aan de omgekiepte kano wetend dat een Siamees niet om hulp zal vragen want ze poedelen naar een passerend bootje en houden die vast.

Maar Hunter zag iets opvallends: achter de kano zag hij een groot zwart ding en hij herkende dat als de grote vilten hoed die de missionarissen dragen tegen de zon. Hij haalde de missionaris meer dood dan levend uit het water en Dr Bradley van de missiepost kon hem verder helpen. ‘

De vrouwen

‘ De Siamese vrouwen mogen zich zonder enige vrees voor concurrentie uitroepen tot de lelijkste vrouwen op aarde.

Met hun haar gekapt op dezelfde manier als de mannen, dezelfde gelaatstrekken, dezelfde huid en dezelfde kleding moet de Siamese man wel een gay Don Juan zijn als hij wordt geraakt door hun wellustige blikken.

Maar alsof de natuur ze nog niet lelijk genoeg heeft gemaakt nemen deze hogelijk verwaarloosde wezens ook nog eens hun toevlucht tot het gitzwart verven van hun tanden en lippen. ‘
Afbeelding
‘ Hoe zwarter de tanden, hoe mooier de Siamese schone.

En omdat hun tandvlees van een mooie rooie kleur moet zijn om af te steken tegen de zwarte lippen en tanden nemen zij van morgen tot avond hun toevlucht tot het kauwen van betel. Hoe dat gaat heb ik al eens uitgelegd.

Ze kauwen daarop tot er geen smaak meer in zit en omdat ze het sap niet doorslikken spugen ze dat op de grond en dat is heel slecht voor de reinheid van hun huis en de toestand van de vloer. Ze kauwen twee van die dingen per dag en deze combinatie heeft tot gevolg dat tandvlees, gehemelte en tong bloedrood worden.

Ouwe besjes maar ook ouwe opa’s (want ook mannen gebruiken betel) die geen tanden meer hebben om te kauwen worden geholpen door hun bediendes die het met stamper en vijzel fijn maken.....’

De naïviteit en verveling bij rijke vrouwen

‘ De vrouwen van edelen en rijken amuseren zich gedurende wat zij noemen ‘de eentonige uren van de dag’.

Zij versnipperen die lange uren door het verzamelen van bloemen, het maken van boeketten en kransen en ze zingen liefdesliedjes maar ook klaagliederen op smartelijke toon; zij dansen op de muziek gemaakt op lege kalebassen bespannen als een gitaar, vertellen en luisteren naar mythische verhalen, liggen lusteloos te lummelen in de schaduw van een boom en piekeren over wat verder nog te doen.

Ze kauwen betel om de mond rood te maken en bewonderen zichzelf in de spiegel die maar al te getrouw weergeeft hun angstaanjagend tronie.

Oosterse vrouwen hebben in het algemeen maar twee opwindende onderwerpen voor een gesprek: het ene is geld, het andere eten.

Hierbuiten zijn hun ideetjes beperkt; ze gaan met de wereld om als zijn ze geblinddoekt. Zij kennen de dag alleen maar als hen verstrekte tijd om te eten, te drinken en geld te verdienen, en de nacht aanvaarden ze als tijd om te rusten. Slechts een enkeling geeft ruimte aan fantasie.

Wat de zon is, of waar het mooie licht vandaan komt, waarom het soms regent en er soms slechts dauw is, hoe bloemen en bomen gedijen en ontbloeien en heerlijk fruit dragen, waar de vogels met hun mooie veren wonen en waar de middelen waar ze van leven vandaan komen, waarom de koele westenwind blaast, waarom de zee en de rivier soms schuimen en soms kabbelen in de zon, al deze zaken gaan als slapende fantasieën hun begrip te boven. ‘

==

Toelichtingen

Kuif; topknot, overgewaaid uit India.

Zwarte tanden, tanden zwart verven. Gewoonte in dit deel van de wereld in de 19e en begin 20e eeuw. ‘Ohaguro’ in Japan, wit gezicht, zwarte tanden, schoonheidsideaal tot begin 20e eeuw nog.

Afbeeldingen

Kuif; http://www.nationmultimedia.com/sunday/ ... 51606.html, by Chusri Ngamprasert

Zwarte tanden;1905, Tonkin, Vietnam. By Pierre Dieulefils Photographer - Source page:http://nguyentl.free.fr/html/photo_epoq ... _p4_fr.htm (French)http://nguyentl.free.fr/html/photo_epoq ... _p4_vn.htm (Vietnamese) Link to the file: http://nguyentl.free.fr/autrefois/scene ... femme1.jpg, Public Domain, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=3148125

prajak
Volwaardig lid
Volwaardig lid
Berichten: 17884
Lid geworden op: zaterdag 21 juni 2008, 00:24

Re: Verhalen uit het oude Siam; tour d'histoire

#64 Bericht door prajak » woensdag 11 mei 2016, 23:47

Geschiedverhalen over Siam (61)
(2276)

Bron: Narrative of a Residence at the capital of the Kingdom of Siam (1852), by Frederick (Fred) Arthur Neale (1821-1863)

De strafexpeditie die er geen wordt...(deel 1 van 2)

==

‘Kort nadat ik in Siamese dienst ben komt er verschil van inzicht tussen de Siamese regering en de prins van Cochin China. Enkele Siamese soldaten zouden handelslui slecht behandeld hebben. Ze krijgen het niet uitgepraat; de Cochin-Chinezen zijn de beledigde partij en vragen terecht een ruime schadeloosstelling voor de slachtoffers. ‘
Afbeelding
‘ Maar de Siamese regering, even trots als onnozel, bedenkt dat ze militair veel sterker zijn, behandelen de kwestie met verachting en beledigend, en in tegenstelling tot wat zelfs barbaren niet doen gooien ze de ambassadeur en zijn gevolg in de bak en laten ze er een vrij om naar de grens te gaan en het verhaal te vertellen.

Hij kreeg een brief mee van de koning die daarin foetert en de oorlog verklaart plus nog wat dreigementen ondermeer dat als de potentaat van Cochin China zo doorgaat met zijn vervelende berichten aan het rijk van de witte olifant hij spoedig de cel mag delen met zijn ambassadeur. ‘

De kettingreactie....

‘ Als die brief aan komt worden net Siamese jonken ingeladen in Cochin China en die worden ingepikt en de bemanning tewerk gesteld, in kettingen, aan bosbouw, wegenbouw, het hakken van stenen en meer dingen die je niet voor je plezier doet.

Dit is weer niet naar de zin van Siam en de koning roept zijn raadgevers bij zich. En dat doet hij alleen bij nacht.

Meneer H is immer daarbij; zijn oordeel wordt net zo hoog geschat als dat van alle andere raadgevers bij elkaar en tenslotte komt er een besluit: Siam gaat de zeehavens kapot schieten en een leger van 8.000 man gaat over land om, en dat blijkt later goed te werken, die lui van Cochin China een lesje te leren. ‘
Afbeelding
‘ Aan het hoofd van het landleger worden twee generaals aangesteld met een goede staat van dienst. Wat dat inhoudt is niet bekend behalve dat men eens op de vlucht is geslagen voor een maar half zo grote horde bandieten. Maar ze zijn toch onderscheiden voor hun daden.

Het schip belast met de wraakoefening is de 1.000 ton metende ‘Caledonia’, een zeilschip. ‘

Oorlogsschip Caledonia
Afbeelding
‘ Kapitein Middleton moet de Caledonia direct zeeklaar maken en ik krijg opdracht mee te gaan en de leiding te nemen over 250 mariniers; mariniers die alleen half-barbaarse landen bij elkaar kunnen krijgen, en die net zo goed getraind zijn in oorlog voeren als barbaren in wiskunde.

Maar ze hebben mooie uniformen, fijne musketten en sabels, en ze zijn getraind om stil te staan en te marcheren en maken aan boord indruk behalve als het schip stampt en rolt. Dan tref je de mariniers aan liggend bij de spuigaten, en de musketten achter de kombuis. Het is gewoon mazzel dat de kok niet is afgeknald door rondslingerende musketten want die kunnen spontaan afgaan als ze vallen; er zitten altijd kogels in.

Middleton heeft een raar groepje zeelui aan boord.

Onder de moedige zeelui zitten Manilla-mannen, Maleiers, Gentoos, Malabaren, wat Arabieren en wat Siamezen. De Manilla-mannen en de Maleiers zijn uitstekende zeelui en ook de Siamezen; maar die anderen kunnen geen twee touwen van elkaar onderscheiden en zijn permanent zeeziek. ‘

Wapens en vracht. Vracht ?

‘ Wij hebben geen grote kanonnen aan boord; alleen de kleine en de persoonlijke wapens. De koning heeft namelijk besloten om wat geld te verdienen met deze tocht zodat alle grote kanonnen van het schip af moeten opdat het schip beladen kan worden met suiker.

Een Arabische handelaar heeft gehoord dat in Bombay de suiker ineens veel opbrengt en hij heeft de regering een hoge vrachtprijs geboden om de suiker naar Singapore te brengen waar het wordt overgeladen naar Bombay. De Arabier neemt het risico van schade voor lief.

Het aanbod is te goed om af te slaan en wij krijgen de oneervolle opdracht eerst een lading suiker naar Singapore te brengen en daarna pas oorlog te voeren.

Als alles in orde is, het schip geladen en aangemeld voor de tocht proberen we het zwaar geladen schip van de wal te krijgen. Als dat eindelijk is gelukt wordt een saluut afgeschoten en vertrekken wij met een stapel opdrachten die wij in Singapore moeten uitvoeren.

De rijke Arabier zegt een laatste gebed voor ons en voor zijn lading en dan varen we de rivier af met wind en tij in ons voordeel en gaan zo snel dat we de volgende ochtend al de zandbank achter ons laten. Met alle zeilen bij varen we tien mijl per uur richting Singapore.

We hebben deze wind twee volle dagen maar dan begint ie te draaien en zien wij een verandering in het weer die aanzienlijk is, zware wolkenpartijen aan de horizon en dat kan een storm worden of een tyfoon. De zware zee komt met hoge golven aanrollen en we zien aan het oosten de bergen van Cambodja. Het schip rolt en stampt.

Nu de avond valt en de wind helemaal weg is wordt het zware schip onbestuurbaar. De kapitein, die zijn beide luitenants kwijt is, een heeft een andere order gekregen, de ander ligt thuis ziek in bed, is helemaal afhankelijk van de stuurlui uit Manilla en de pientere hersens van de Maleise bootsman en lagere officieren om zijn orders uitgevoerd te krijgen.

De deining wordt zo zwaar dat het schip kans loopt de masten kwijt te raken. In deze situatie krijg ik de opdracht taken van een officier uit te voeren en geen gemakkelijke maar wel een die ik blij aanvaard uit respect voor de kapitein en om ervaring op te doen.

Ik ga eerst de wapens drie keer zekeren. Daarna het controleren van de tuigage aan de masten en het omlaag laten halen van alle grootzeilen. De zeilen worden opgeborgen. Daarna worden de wachten verkleind van vier naar twee maar de ploegen vergroot zowel aan bak- als aan stuurboord.

Dan valt de nacht. Nog geen zucht wind maar de deining neemt nog steeds toe in kracht en de golven slaan over de reling heen. Veel leden van de bemanning zijn landrot en beginnen zeeziek te worden en als de wacht 12 uur slaat op de grote scheepsbel ligt de laatste marinier ziek aan de gangboord.

Ja! Het detachement mariniers van zijne majesteit’s koninklijke Siamese mariniers onder de leiding van uw nederige schrijver is om tien minuten na middernacht hors de combat!

(Wordt vervolgd in deel 2)

==

Toelichtingen

Cochin China; het zuiden van het huidige Vietnam. De geschiedenis van Cochin-China : https://en.wikipedia.org/wiki/Cochinchina

Caledonia; geen afbeelding gevonden. Als voorbeeld de USS Franklin op de rede van Vietnam, 1819.

Gentoos; Madras, tegenwoordig Chennai, India
Malabaren; India, peperkust

Afbeeldingen:

Cochin-China, oude kaart uit 1651 met ook Tonkin; Public Domain, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=1155725

Cochin-China, kaart, By Bearsmalaysia - Own work, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.p ... d=25382329

USS Franklin, warship begin 19e eeuw; http://www.historicvietnam.com/john-whi ... 19-part-2/

prajak
Volwaardig lid
Volwaardig lid
Berichten: 17884
Lid geworden op: zaterdag 21 juni 2008, 00:24

Re: Verhalen uit het oude Siam; tour d'histoire

#65 Bericht door prajak » zaterdag 14 mei 2016, 00:29

Geschiedverhalen over Siam (62)
(2325)

Bron: Narrative of a Residence at the capital of the Kingdom of Siam (1852), by Frederick (Fred) Arthur Neale (1821-1863)

De strafexpeditie die er geen wordt...(deel 2 van 2)

==

In ondiep water op de riffen af

‘ Die hele lange nacht is de rust niet onderbroken. Wij bevestigen de ankers weer aan de kabels en kunnen die nu snel laten zakken. Wij kunnen geen tien yard zien aan beide zijden van het schip maar weten naar welke kant wij in de nacht zijn afgedreven.

En bij het eerste daglicht kunnen we het zien. Wij denken in diep water te zitten maar hebben ondiep water bereikt en horen in de verte de golven breken op een kust. Dit is een hachelijke situatie!

Geen wind genoeg om het schip weg te sturen en het schip drijft snel naar een gevaarlijke kust waar wij, als we al ontsnappen aan stuklopen op de rotsen, alleen overleven als gevangenen van gemeen volk dat bekend is van hun barbaarse methodes en dat, uitgerekend nu, boos is op Siam.

Alle hens aan dek om de ankers te laten zakken als we komen in water van 15 fathom diepte en twee ankers met 130 fathoms kabel beschikbaar - en het legertje mariniers nog steeds hors de combat.

Met welk geweld zwiept de zee haar schuimende korst en schudt het schip heen en weer! Hoe zwaar dreunen en zwepen de golven en slepen ons arme schip onstuimig en onvoorzichtig naar de verdoemenis!

Dit voel je alleen als je het ziet en meemaakt. Geen kwast van een schilder, geen lied van een poëet, geen enkele auteur kan schrijven over de trieste en toch majestueuze realiteit van deze scene.

De morgen breekt helemaal open en het daglicht komt over aarde en zee. Wij zien alleen maar zware golven en beseffen dat de lang verwachte storm die plek bereikt heeft en als een gek met de golven tekeer gaat.

Aan de loefzijde zien we een hoge kaap die we op miraculeuze wijze die nacht zijn gepasseerd en die de storm van ons weg heeft gehouden; maar nu komt de woede van de hele storm over ons verdoemde schip heen en zal ons van de ankers slaan en met grote snelheid tussen een richel met rotsen jagen. ‘

Opgewacht door ‘barbaren’

‘ Achter het schip zien we alleen maar een hoge rots die verticaal de zee in loopt en daarachter duinen met wolkenpluimen er boven.

Aan de zuidkant zien we een doorgang in de rotsen en een mooie zandkust maar zijn ook waarneembaar groepjes mensen die heen en weer rennen en elkaar gebaren van verrukking geven .... ze hebben het schip ontdekt, en waar die vandaan komt, en gedachten aan wraak en plunderen zullen spoedig worden bevredigd.

Zouden we het schip op het strand zetten dan waren onder normale omstandigheden schip en lading en bemanning gered, maar we hebben mensen aan boord die je met de punt van een zakdoek kunt neerslaan en ook die te laf zijn om te knokken.

We hebben een kleine kans: de eerste zucht wind van de storm pakken en met het gevaar van het verlies van de masten de zee opzoeken. Houden de masten het dan zijn we safe; houden ze het niet dan is het ‘Dag Caledonia’. De reddingsboten hangen klaar, water en brood zijn aan boord gebracht zodat we er zo in kunnen.

We hijsen alle zeilen en dan komt de eerste windstoot. Het schip hangt als op een dood punt, de ankers zijn verloren, en dan heel langzaam klimt ze omhoog, wij passeren de riffen op heel korte afstand en vangen dan vol de wind.

“Thank God we’re saved” zegt Middeleton die aan het roer staat als hij het schip voelt bewegen onder zijn nooit falende arm. Wij zijn ineens weer op volle zee. ‘

(Suiker)water maken

‘ Wij zijn ontsnapt aan die plunderende moordenaars en vangen de volle wind als we menen de kust van Maleisië te zien en wij weten de kust van Cambodja nu rechts van ons. Wij gaan volle vaart tot de wacht ineens lenswater ontdekt: het schip moet ergens water maken.

Ze gaan aan de pompen en rapporteren acht voet water in het ruim. Na tien minuten is er zes voet bijgekomen en weer later, met de pompen nog steeds volop aan het werk, nog steeds veertien voet water.

De enige kans is volle vaart vooruit naar de zandbank bij Paknam en ondertussen gebruiken wij iedere emmer en zelfs wasbakken om het water, vermengd met de suiker van die arme Arabier, overboord te gooien.

De taak van het water ruimen is nu opgedragen aan de mariniers die ineens niet meer hors de combat zijn; angst en lijfsbehoud hebben ineens hun zeeziekte genezen en ze werken met ondefinieerbare ijver.

Wij tellen nog twaalf voet water in het ruim als we de Caledonia over de zandbank voor Paknam krijgen. Het lekwater wordt minder en minder en het is duidelijk dat de hoge golven ergens een gat hebben gevonden.

Om acht uur in de morgen leggen we aan bij het huis van meneer H in Bangkok, tot verbazing van alle partijen hierbij betrokken die verbaasd zijn een zwaar beladen schip na tien dagen al licht als een veertje terug te zien.

Eerst ontladen wij alle wapens voor de stabiliteit van het schip en dan inspecteren wij het lek om te ontdekken dat een plank los is geraakt net boven de waterlijn.

De oude Arabier, Hadji Fattala, komt aan boord om naar zijn suiker te vragen en merkt dat het schip schoner is dan ooit. Hij zweert ons beiden te zullen aanklagen want dit is natuurlijk onze schuld; hij trekt zijn baard uit bij plukjes en paradeert grotesk het dek op en neer, vervloekt iedereen en alles wat hem tot deze uitdaging bracht, en tenslotte gaat hij zitten huilen om het geld dat hij kwijt is.

We kunnen het niet helpen medelijden met hem te hebben maar was hij wat minder gierig geweest dan was de suiker aan boord gegaan in vaten en had hij de helft nog gehad.

De Caledonia gaat in het dok. De mariniers gaan van boord, wij ook, en ook de kok die bijna afgeknald was en bezweert nimmer meer met mariniers te varen ook al betalen ze hem twintig keer zijn loon.

Dit is voor mij de eerste en laatste keer in actieve dienst. Een week later krijg ik een overplaatsing naar de Siamese cavalerie en wordt aid-de-camp, adjudant te velde, van Prins Chudamani. En die geeft me weinig te doen behalve lopen in een net pak en met vergulde sporen.

==

Toelichtingen

Prins Chudamani; Prins Tjaw Fa.
Fathom; 1,8288 m.

prajak
Volwaardig lid
Volwaardig lid
Berichten: 17884
Lid geworden op: zaterdag 21 juni 2008, 00:24

Re: Verhalen uit het oude Siam; tour d'histoire

#66 Bericht door prajak » zondag 15 mei 2016, 23:50

Geschiedverhalen over Siam (63)
(2374)

Bron: Narrative of a Residence at the capital of the Kingdom of Siam (1852), by Frederick (Fred) Arthur Neale (1821-1863)

Weekje vissen, weekje schieten (deel 1 van 2)

==

‘ Tijdens mijn verblijf in Bangkok komt het regelmatig voor dat er niets van belang te doen is en meneer Hunter vrolijkt het leven dan graag wat op; dan wordt zijn kotter ‘Friends’ opgeroepen inclusief de lelijke kleine zwarte Siamese zeeman die wij ‘Captain Jack’ noemen.

Captain Jack spreekt gebroken Engels en kan een vers zingen van ‘Rule Brittania’, vaardigheden waar hij niet weinig trots op is en hij vindt niets meer beledigend dan wanneer je hem aanspreekt in zijn eigen taal. Zijn antwoord is altijd ‘Me speak better Inglise as you speak Siamese’ en het is nog waar is ook want met uitzondering van meneer Hunter kunnen weinigen van ons zijn barbaarse spraak ook maar benaderen.

Wij vertrekken en gaan zonder te stoppen door naar de monding van de rivier waar we afmeren langs de ‘John Panter’, een Engelse bark die voor anker ligt wachtend op een lading suiker die uit het binnenland moet komen. De John Panter staat onder commando van Captain Harris, een bewoner van Wales, een hoog geachte man en we gaan hem ophalen.

Op deze dag is het weer buitengewoon ongunstig voor onze plannen; regen, wind en donder maar het kan onze lol niet bederven. De Friends heeft een comfortabele kajuit; acht kooien voor passagiers, een lange tafel, stoelen, en een kast waarin de fijne dingen des levens -het eten en drinken- goed zijn opgeborgen. De kajuit heeft kleine patrijspoorten die het fris en aangenaam maken en die bij ruwe zee hermetisch dicht kunnen.

Na 15 uur wordt het weer beter en liggen we in volle zon bij Paknam en naderen de John Panter. Wij besluiten unaniem aan boord te gaan en daar te eten en te slapen. De volgende ochtend zullen we na de koffie in de kotter verder varen naar ‘Pigeon Island’, een eiland uit een groep oostwaarts gelegen en dat nu net waarneembaar is vanaf het dek.

De Friends ligt met een touw vast aan het grote schip en wij vermaken ons met vissen en het pogen te schieten van zeemeeuwen en dat lukt nauwelijks; we halen net zes dieren binnen.....’

Duiveneiland

‘ Om zeven uur vertrekken wij naar duiveneiland. Er is een aflandige wind en we varen snel over de rustige zee; wij kunnen de zandbodem zien en amuseren ons met scholen vis die zich in het zonlicht amuseren. Een paar mannen gaan vissen en halen met succes vissen naar boven die ze in India ‘pomphlets’ noemen. ‘
Afbeelding
‘ Wij eten ze op; ze zijn echt vers, zo uit zee, wij hebben geen wroeging dat ze net nog vrolijk zwommen. Om 13 uur zien wij duiveneiland maar ontdekken tot onze schrik dat het eb is en wij moeten wachten tot vloed en dat zal nog uren duren. Zoveel geduld hebben wij echter niet, wij willen coûte que coûte aan land ook al zouden we dan omkomen.

Dus schoenen en sokken uit en beginnen aan een belachelijke onderneming. Een voetje er uit en die zakt enkeldiep weg. Nog een voet en die zakt ook weg en ik sta kniediep in zee. Het kost veel moeite de voet er weer uit te krijgen, en dan de volgende, en zo ga ik 30 minuten door.

Als je stopt om bij te komen dan voel je je zinken en je zakt tot je nek weg als je zou wachten. Geen tijd voor rust dus en dat met de dubbelloops Manton op je schouders. ‘
Afbeelding
‘ Met een kokende zon op je hoofd waartegen de strooien hoed nauwelijks beschermt en met een akelige en vochtige modder tot boven de knietjes is onze toestand erbarmelijk. Maar er is niks aan te doen behalve zo snel mogelijk vooruit gaan. Als je snel gaat dan zak je minder diep weg.

O, wat een ellendig half uur! De afstand tussen schip en strand is 150 yard slechts; we halen tenslotte het zandstrand en vallen suf neer, voeten en benen opengehaald aan stukken schelp en zeegras. Wij zoeken een plek onder de tamarindebomen en dorpelingen komen om met emmers water om onze benen schoon te maken en gooien zout water in onze schrammen....

We komen wat bij en dan is er iemand met Hodgson’s pale ale en daarvan knappen we geweldig op. Wij gaan naar het dorp en verblijven een week bij het dorpshoofd die meneer Hunter al jaren goed kent. ‘
Afbeelding
‘ Het eiland ligt 4 mijl van de kust en heet het gezondste gebied te zijn in dat deel van de wereld. De naam is afgeleid van het Siamees voor ‘duif’ maar ik herinner me niet meer dan een naam zonder medeklinkers, iets als Uioueuouauay en dat twee keer zo lang. ‘
Afbeelding
‘ De bewoners zijn een toonbeeld van gezondheid. Het eiland is in omtrek maar 3 mijl lang maar ieder stukje grond is bezet voor teelt.

Bloemen groeien in hagen; de Chinese roos, de rode jasmijn, de zoet ruikende goudenregen, en de geurigste aller bloemen, de passiebloem. Deze geuren doen me denken aan het paradijs en aan Adam en Eva in hun ongerepte onschuld. ‘
Afbeelding
(Wordt vervolgd in deel 2)

==

Toelichtingen

Kotter, cutter; midden 19e eeuw, vaak met s-spant romp en slechts een mast met meerdere zeilen.

Bark; zeilschip met 3 masten. Vrachtschip.

Pigeon Island; Duiveneiland, moet niet ver van Paknam (Samut Prakan) liggen want is zichtbaar vanaf het dek naar het oosten. De kaarten geven pas een eiland aan op circa 40 km afstand voor de kust van wat nu Laem Chabang heet, Koh Sichang.

Pomphlet, pomfret, pamfret, familie: Stromateus, een baarsachtige vis. https://nl.wikipedia.org/wiki/Grootbekken

Yard, 91,4 cm

Afbeeldingen

Pomphlet; Publiek domein, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=500974

Manton dubbelloops; dank aan http://www.the-saleroom.com/de-de/aucti ... 8700c45fd2

Hodgson pale ale; niet te vinden doch wel India Pale Ale: CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=106903

Goudenregen; CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=484033

Passiebloem; Door No machine-readable author provided. Hans B.~commonswiki assumed (based on copyright claims). - No machine-readable source provided. Own work assumed (based on copyright claims)., CC BY 2.5, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=1148190

prajak
Volwaardig lid
Volwaardig lid
Berichten: 17884
Lid geworden op: zaterdag 21 juni 2008, 00:24

Re: Verhalen uit het oude Siam; tour d'histoire

#67 Bericht door prajak » dinsdag 17 mei 2016, 23:47

Geschiedverhalen over Siam (64)
(2422)

Bron: Narrative of a Residence at the capital of the Kingdom of Siam (1852), by Frederick (Fred) Arthur Neale (1821-1863)

Weekje vissen, weekje schieten (deel 2 van 2)

==
Afbeelding
‘ En dan zien we het fruit; de bomen hangen vol met wat ze ons willen aanbieden: de cashewnoot en de appel, carambola, ramboetan en de dturian, custardappel, granaatappel en tenslotte de prins der vruchten, de mangosteen. ‘
Afbeelding
‘ Zwermen parkietjes vliegen om ons heen, kijken of wij wat eten laten vallen, en maken meer herrie dan de andere vogels bij elkaar. Waren ze niet zo mooi dan zou ik gaan twijfelen aan de juiste wedergeboorte en of ze niet afstammen van een groep ouwe wijven.....

In de boomgaard zien we ook eekhoorns met de staart in de lucht en gestolen eten tussen de pootjes. Duiven koeren hun liefdesliedjes en maken elkaar het hof. Wij verlaten ons gasthuis en beginnen aan een dolce far niente en dolen door de straatjes. ‘
Afbeelding
‘ De huizen zijn van elkaar gescheiden door een tuin of weiland, en overal staat fruit, groente of bloemen. De natuur is erg gul en er is overvloed in plantengroei. Ze verlangen weinig handelingen van de mens want de zware ochtenddauw maakt de aarde nat en voegt kracht toe aan de sappen van bomen en planten, en de hitte van de zon breekt slechts met moeite door het hoge bladerdak heen.

Er is heel veel gevogelte, varkens en biggen, melkkoeien en zelfs ongelukkig kijkende schapen.

De huizen zijn netjes en schoon; de vrouwen zien er knapper uit dan op het land van Siam en ze dragen hun haar in lange vlechten over rug en schouder. Ze zijn van afkomst Birmees en hebben zich gemengd met de Siamezen. ‘

Op jacht naar papegaaien en duiven

‘ Een niet te geloven aantal papegaaien zit in de ficussen en zij genieten van de wilde vijg die daar groeit. Het is alleen lastig ze te onderscheiden van de bladeren.

Dus wij nemen plaats rond de boom en dan schreeuwt iemand en gooit een handje kiezelsteentjes in de boom. Dan verspreiden de vogels zich en vuren wij tussen ze in. En daarna kunnen wij van pijn jammeren als we ze willen oppakken en ze met hun scherpe bek in de handen bijten....

De vogels gaan op de rug liggen en bijten en krabben waar ze kunnen. Wij lossen dit op door dode vogels op ze te gooien en hebben ze die vast dan pakken we ze snel op en gooien ze in een grote tas die Captain Jack bij zich heeft en die blij is dat ie mee mag. ‘
Afbeelding
‘ Dan wordt het avond en komen massa’s duiven van de andere kust, op zoek naar hun nestplaats. Wij schieten ook op deze dieren en Captain Jack is blij die avond veel duiven mee te kunnen nemen.

Wij amuseren ons ook met vissen; wij gooien de lijnen uit in een beschutte baai en vangen garnalen en krabbetjes, maar geen oesters of zeekreeft.

Deze leuke week gaat snel voorbij en voordat we ons kunnen vervelen laten we Duiveneiland weer over aan de bewoners, laten we de vogels en vissen met rust en hijsen we de zeilen voor de terugtocht van een volle dag naar Bangkok.

==

Toelichtingen

Papegaaien; welke? Ik heb gekozen voor de papegaaien van de oude wereld, de Psittaculidae. Voor een overzicht: https://nl.wikipedia.org/wiki/Papegaaien

Vreemd; op de rede voor Paknam zien ze Duiveneiland al liggen in het oosten, maar de terugreis naar Bangkok is een volle dag. Ik denk dat men toch Koh Sichang of regio bedoelt tegenover wat nu Laem Chabang heet. Maar ik lever mijn visie graag in voor een betere...

Afbeeldingen

Custardappel; Door California Department of Food and Agriculture:http://www.cdfa.ca.gov/phpps/pe/page43. ... page43.jpg, Publiek domein, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=621927

Carambola, stervrucht; Publiek domein, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=130277

Parkiet; Door Sebastian Ritter - Eigen werk, CC BY-SA 2.5, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=1122487

Papegaaien; Door Benjamint444 - Eigen werk, GFDL 1.2, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=9708373

prajak
Volwaardig lid
Volwaardig lid
Berichten: 17884
Lid geworden op: zaterdag 21 juni 2008, 00:24

Re: Verhalen uit het oude Siam; tour d'histoire

#68 Bericht door prajak » vrijdag 20 mei 2016, 00:45

Geschiedverhalen over Siam (65)
(2483)

Bron: Narrative of a Residence at the capital of the Kingdom of Siam (1852), by Frederick (Fred) Arthur Neale (1821-1863)

Brand op de rivier, en de opstand van dronken zeelui

==

Brand op de rivier

‘ Tijdens mijn verblijf in Bangkok maak ik een brand mee die ernstige gevolgen kan hebben voor heel Bangkok en alle handel op de rivier en in de havens. Dat komt mede door de grote potten kokosolie die men thuis heeft staan.

Men gebruikt grote hoeveelheden in gezinnen om te koken en het is olie, dus brandbaar. En als je weet hoe de huizen gebouwd zijn...

Twee jongens zitten in een roeibootje te vissen op de rivier. Ze hebben een toorts aan voor licht. Per ongeluk komen ze te dicht bij de drijvende huizen die kort op elkaar liggen.

Een dak vat vlam. De jongens willen snel de toorts onder water stoppen maar men verliest zijn evenwicht en de toorts komt in het andere huis terecht. Een rij woonboten in de hens en dat hout fikt goed maar de voorraad kokosolie maakt het alleen maar erger.

Hete olie en een paar druppels water, dat is genoeg voor een vuurbal; en dat in een houten woonboot. ‘
Afbeelding
‘ Er volgt groot alarm door de jonken, daarna door de Europese schepen, de tempels doen ook mee en tenslotte de Tempel van de Witte Olifant ook met zijn enorme gong.

De stad was net nog in diepe rust maar nu in enorme verwarring en angst. Schepen gooien de trossen los en zoeken het midden van de rivier op, varen richting noorden. Het vuur is zo groot dat we vanuit onze woning alle bewegingen op het water kunnen gadeslaan.

Daar zien we de sloep van de koning komen; hij neemt de leiding van de werkzaamheden en je ziet iedereen op zijn buik vallen uit eerbied voor zijn koninklijk voorkomen en men weet zeker dat alleen zijn goddelijke aanwezigheid al de vuren zal doven....

De paar mensen die nog kunnen nadenken in deze omstandigheden snijden de trossen los van de brandende woonboten en met boomstammen duwen ze die naar het midden van de rivier. Mensen in bootjes houden ze daar in de stroom en langzaam zien we brand vertrekken met de stroom mee.

Ik weet zeker dat we over een week daar nieuwe boten zien liggen in opzichtige kleuren zoals anders. ‘

De woede van stomdronken zeelui

‘ Wij hebben de brand overleefd en krijgen nu een rel die kan leiden tot bloedvergieten en zelfs doden.

Meneer Hunter is op zakenreis en dan komt hier aan een schip uit Liverpool geladen met goederen uit Manchester die ons huishouden komt aanvullen met wat er nodig is: wijn, bier, ham, kaas en niet in de laatste plaats een jonge Engelsman, meneer S, die in India heeft gewoond en manager wordt van meneer Hunter’s huis.

De bemanning van het schip is een zootje gajes, hoe krijgen ze het bij elkaar geraapt, en op de eerste dag na aankomst zien ze kans een lading drank aan boord te halen die ze heel leep inpikken van de goederen die net zijn uitgeladen.

Het eerste resultaat is uiteraard een hoop lol, daarna een stevige partij boksen en als tenslotte de drank op is gaat een van de stomdronken mannen met een pan aan land om die in onze aanwezigheid nog maar eens te vullen.

Meneer H, de partner van meneer Hunter, spreekt hem daar op aan en krijgt een scheldkanonnade over zich heen. Hij laat de man oppakken en in het gevang zetten tot ie nuchter is.

De goederen worden door ons in veiligheid gebracht en de crew die van niks weet wacht op terugkomst van hun maat. Tenslotte gaan ze er op uit om hem te zoeken en groot is de verontwaardiging als ze horen dat ie in de bak zit.

Zij dreigen ons huis in de fik te steken en omdat wij daar maar wat om lachen gaan ze op zoek naar iets brandbaars en daar helpen de lokale mensen ze graag aan. Dan breekt de waanzin uit, bewapenen ze zich met messen en houwelen met het vaste voornemen hun maat vrij te krijgen.

Meneer H heeft voor hetere vuren gestaan; hij heeft eerder al het kruit van het schip gehaald maar heeft voor de wapens geen tijd meer. Hij ziet zich voor het probleem geplaatst huis en haard te beschermen maar wil aan de andere kant geen bloed vergieten want dat heeft verregaande gevolgen.

Nu heeft meneer Hunter’s huis hoge muren en stevige poorten die degelijk dicht kunnen. Slechts een zeeman of een aap kan over de muur klimmen. Meneer H laat bij de muren vuur ontsteken waardoor het huis in het donker ligt maar de muur zichtbaar blijft en hij waarschuwt de dronken zeelui dat wie er over klimt wordt neergeknald.

Ze lachen er wat om, belegeren de muur en een van hen ziet kans er op te klauteren. Hij wordt door meneer H er af geschoten. Wij weten dat er slechts hagel in zit, zij niet. Het gevolg van een man die neerploft en brult dat ie wordt beschoten is dat de dronken lui teruggaan naar het schip want ze zijn net zo bang als gemeen.

De gevallen man wordt naar binnen gehaald en denkt nog steeds dat ie stervende is. Ik krijg de taak de arts te halen en moet voor mijn veiligheid van dak tot dak gaan om uit zicht van de meute te blijven. De arts komt met mij op deze wijze terug in huis en behandelt de man die slechts wat schrammen heeft.

De volgende morgen is meneer Hunter thuis en hij laat de leiders van de dronken bende inrekenen en die gaan in ketenen op een Siamees oorlogsschip naar Singapore waar ze wat uit te leggen hebben aan de gouverneur.

Prins Tjaw Faa komt ook kijken maar de rel is gesust, de dronken lieden liggen diep in slaap en de gewonde man zit in de bak. ‘

Foto Gouverneur Bonham:
Afbeelding
‘ Dit is mijn laatste bezoek aan Bangkok.

Ik heb last van cholera gehad en acht het beter mijn kamp hier op te breken. Ik ga via Singapore en India naar huis en ben blij in dit klimaat te zijn gespaard. ‘

1842, Fred Neale

==

Toelichtingen

Sir Samuel George Bonham, Brits gouverneur van The Straits Settlement van 1837 tot 1847 en gouverneur van Singapore in de jaren 1848-1854.

Afbeeldingen

Vuurbal; Door Benjah-bmm27 - Eigen werk, Publiek domein, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=974997

Sir Bonham; By Unknown - [1], Public Domain, https://commons.wikimedia.org/w/index.p ... d=13369454

prajak
Volwaardig lid
Volwaardig lid
Berichten: 17884
Lid geworden op: zaterdag 21 juni 2008, 00:24

Re: Verhalen uit het oude Siam; tour d'histoire

#69 Bericht door prajak » zondag 22 mei 2016, 00:29

Geschiedverhalen over Siam (66)
(2584)

Bron: Narrative of a Residence at the capital of the Kingdom of Siam (1852), by Frederick (Fred) Arthur Neale (1821-1863)

De zondige monnik

In vorige eeuwen werden monniken die het celibaat niet zo nauw namen vreselijk gestraft en de partner ook. Neale verhaalt in zijn boek van “Dreadful punishment, along with his partner, attached to their transgression”.

In de negentiende eeuw bestaat een gedicht met de Engelse naam “The culprit priest’s lament”. Dit is mijn vertaling.

Het klaaglied van de zondige monnik
Verstijfd zat de vogel tussen ficusloof
In het midden van de dag zo heet
Hij zag de havik spiedend op roof
Toen de schaduw over hem gleed
Het hart trillend onder de priemende blik
Van de haviks trefzekere oog
Zo trilde het mijne, versteld was ik
Toen jij in mijn richting bewoog

Nimmer op aarde of zee, ik zweer,
Zag ik zo helder in mijn zicht
‘n Gezicht vol liefde, je lach gaf meer
Felle schittering dan het licht
Jouw passen zacht als de hinde gaat
Als het langzaam drinkt aan de beek
De schrik die in mijn lichaam staat
Sinds jouw eerste blik me aankeek

Jou zie ik in mijn verbeelding
Als de fee uit hemels’ sferen
Mijn schrijnend hart in het geding
Wanhopig, gekmakend begeren
Fascinatie heeft mijn hart doorkliefd
Ben verplicht me te laten gaan
Zoals een vogel net zo lang rondvliegt
Tot sterke klauwen in hem slaan.

Ik hang daar rond, daar op dat punt
Ja, ‘k weet waar het gevaar oprukt
Mijn gevoel voor regels sterk verdund
Door mijn hartstocht totaal verrukt
Jouw lach is als een roepende straal
Van licht doorheen mijn hart
Vergeefs verberg ik me totaal
Voor jouw charme die mij tart

Verdoemd die dag, verdoemd die tijd
Wanneer ik alles rond mij verknal
Een verdekte stekel die mij snijdt
Ja, ik hou .. ik zondig ... en ik val
Een gruwelijk noodlot voor ons twee
Het oordeel van het gerecht
Zinken beter in de peilloze zee
Of bloeden dood na ‘t vuurgevecht

Aanschouw de vlammen in de takken
Met rook zo zwart en dik
De lijven barsten, kraken, knakken
Intens lijdend in die hete fik
Het vuur dat loeit een hele poos
Bloed kookt met veel geplas
Daarna, men zoekt lang en zinloos
Naar onz’ vermengde zwarte as

prajak
Volwaardig lid
Volwaardig lid
Berichten: 17884
Lid geworden op: zaterdag 21 juni 2008, 00:24

Re: Verhalen uit het oude Siam; tour d'histoire

#70 Bericht door prajak » dinsdag 24 mei 2016, 00:27

Geschiedverhalen over Siam (67)
(2644)

Bron: Narrative of a Residence at the capital of the Kingdom of Siam (1852), by Frederick (Fred) Arthur Neale (1821-1863)

Muziek!
Afbeelding
‘ Bovenstaande houtsnede geeft een treffend beeld van een Siamees bandje. Hun instrumenten zijn bijzonder primitief. ‘

De hobo of schalmei
Afbeelding
‘ De hobospeler zit zelden op de grond. En als hij dat doet knielt de man die vaak leider van de band is. Knielen is niet alleen beter voor zijn waardigheid als leider maar geeft hem meer vrijheid van bewegen al is de melodie somber en treurig.

Hij kan wel vrijelijk zijn lichaam bewegen en daaraan zie je dat hij daarnaast ook slangenbezweerder is en zijn ervaring in die niet benijdenswaardige roeping dwingt hem zijn lijf heen en weer te bewegen als de cadans van de muziek dat eist.

Zonder dat kan hij nooit de aandacht van de cobra vasthouden die met de kop omhoog en de tanden met gif bijtklaar en hoewel onder invloed van de muziek toch de bewegingen scherp in de gaten houdt. De Siamese bandleider kiest deze positie bewust want hij kan zijn armen vrij bewegen en terwijl hij met de ene hand speelt en hoofd en nek van de cobra horizontaal houdt, haalt hij de andere hand voorzichtig uit het zicht om op een juist moment de nek van de cobra stevig vast te pakken.

Als dan de cobra zich om zijn arm rolt pakt hij de gifbeker en laat de cobra zijn gif in de beker spuiten. Daarna is de cobra korte tijd niet gevaarlijk. ‘
Afbeelding
‘ De hobo heeft zes gaten voor de tonen, is grof van uitvoering, heeft geen kleppen, en de reden dat de hobo glanst is door het jarenlange vastpakken. Het hout komt van de broodboom. De tonen die hij produceert zijn als een hartverscheurende smartlap en nog vals ook en kunnen het best worden vergeleken met de klank van een krakende, rotte doedelzak. ‘

De pianoforte of xylofoon
Afbeelding
‘ Op de prent vooraan in het zicht. Dit is een absoluut Birmees instrument en waarop de Birmezen veel beter spelen dan hun platgeneusde buren. De tonen worden gemaakt met rechthoekige stukken hout gesneden uit de cashewboom. Ze zijn in lengte tussen 6 en 14 inch en worden vastgezet met twijndraad.

De mahoniehouten staander is 3 voet in lengte en een voet hoog en je maakt geluid door te tikken met een stok waaraan een knop zit. ‘

De luptuma

‘ De luptuma is puur Thais. Hij heeft 10 tot 14 bamboe pijpen die in tegenstelling tot de gravure verschillend van lengte zijn. Hij wordt aangeblazen in het middenstuk waar gaten zitten voor mond en voor vingers. De pijpen zijn aan de boven zijdeopen, of hebben bovenaan een extra gat. Er is geen foto gevonden maar de luptuma heeft veel weg van de khehn. ‘
Afbeelding
De drummer

‘ De handtrommel is zoals overal in dit deel van de wereld gemaakt van een gebakken aarden vaas die aan twee zijden open is en waarop over de gaten een stuk schaapsvel gespannen is. Het wordt met de vingers bespeeld alsof het een pauk is. ‘
Afbeelding
Banjo

‘ Tenslotte de banjo die afwijkt van de huidige in die zin dat hij is gemaakt van een heel grote en lange kalebas die in zijn onrijp stadium in twee delen is gesneden, waar zaad en zo uitgehaald zijn, en dan gedroogd in de zon. Dan wordt er perkament op gespannen en krijgt ie 4 tot 6 snaren in een opmaak als een gitaar.

Neale noemt de Siamese muziek afschuwelijk doch voegt er aan toe ‘... maar wie in het oosten kan zeggen ook maar de beginselen van muziek maken te beheersen behoudens de Maleiers in de Straat van Malakka. ‘

==

Toelichtingen

Hiermee sluit ik ‘Neale’ af. Ik heb 32 artikeltjes kunnen maken.

Thailand heeft meer traditionele instrumenten. Daar zal ik later een artikel aan wijden.

Hautbois; oude naam voor hobo. In Nederland destijds schalmei.
Piano forte; niet te verwarren met de fortepiano. De pianoforte is in Thailand in die periode meer een xylofoon dan een piano.

Luptuma; Thais blaasinstrument.
Banjo uit kalebas, pompoen; hoe je dat maakt lees je hier: http://www.dennishavlena.com/gourd-banjo.htm

Afbeeldingen

Schalmei, voorloper van de hobo; Door Michael Praetorius, scanned by Matthias.Gruber at de.wikipedia - Syntagma musicum, uploaded at de.wikipedia; description page is/was here., Publiek domein, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=3283177

Birmese instrumenten zoals de piano-forte, thans xylofoon; By Unknown - The Bodleian Library, University of Oxford, CC BY 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.p ... d=42695416

Khehn, Khaen, in Thais schrift แคน CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=53843

Grote Siamese muziekgroep in 1900 in Berlijn; By Berlin Phonogramm-Archiv - Music! 100 recordings-100 years of the Berlin Phonogramm-Archiv, Public Domain, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=3711296

Kleine Siamese muziekgroep, 1900; By Unknown - 1900 Album of Photography in Siam, Public Domain, https://commons.wikimedia.org/w/index.p ... d=18658364

Bandje; de tekening is uit het boek.


Mededeling:

De serie neemt mogelijk een paar dagen pauze om parallel te blijven lopen met het schrijversblog en mijn eigen blog.

prajak
Volwaardig lid
Volwaardig lid
Berichten: 17884
Lid geworden op: zaterdag 21 juni 2008, 00:24

Re: Verhalen uit het oude Siam; tour d'histoire

#71 Bericht door prajak » woensdag 25 mei 2016, 23:52

De serie neemt een pauze om parallel te blijven lopen met het schrijversblog en mijn eigen blog. De hoofdredactie van het schrijversblog is met vakantie naar NL en kan nu niet plaatsen. Even geduld svp.

Ik verwacht rond 4 juni te kunnen beginnen met de serie (10 bijdragen) van A Traveler in Siam in the year 1655, passages uit het dagboek van Gijsbert Heeck.

Gijsbert Heeck was chirurgijn in dienst van de VOC en heeft enkele maanden in Siam vertoefd.

prajak
Volwaardig lid
Volwaardig lid
Berichten: 17884
Lid geworden op: zaterdag 21 juni 2008, 00:24

Re: Verhalen uit het oude Siam; tour d'histoire

#72 Bericht door prajak » vrijdag 27 mei 2016, 01:39

Geschiedverhalen over Siam (68)
(2782)

Bron: A Traveler in Siam in the year 1655, passages uit het dagboek van Gijsbert Heeck.

Inleiding

Gijsbert Heeck:

Gijsbert Heeck (ook wel Heecq) leefde van 1619 tot 1699 en was ‘chirurgijn’; hij werkte voor de VOC. Zijn dagelijkse aantekeningen zijn verwerkt in dit boek in het Nederlands van die tijd.

In zijn verslagen verhaalt hij van zijn reizen, de oorlog met de Portugezen, de nederzetting van de VOC in Bangkok en Ayutthaya en de bezigheden van de lokale bevolking rond nijverheid en handel langs de Menam.

Oorlog met de Portugezen

De handel in specerijen was tot stilstand gekomen na de bezetting door Spanje van Portugees gebied. De VOC nam het heft in handen en de agressie kwam van VOC zijde. In die jaren werd Portugal uit dat gebied verdreven. Het boek verhaalt van oorlogshandelingen tegen Portugese schepen.

Een lezenswaardige link is https://nl.wikipedia.org/wiki/Nederland ... ese_Oorlog

Het team

Het team dat dit boek heeft gemaakt bestaat onder meer uit Han ten Brummelhuis, auteur van ‘Merchant, Courtier and Diplomat’, een boek over de contacten tussen Nederland en Thailand welk boek aan zijne Majesteit is aangeboden ter gelegenheid van zijn 60e verjaardag in 1987. (ISBN 90352-1202-9 De Tijdstroom, Lochem, een boek met veel informatie).

Voorts schreven mee deskundigen als Dhiravat na Pombejra (docent aan Chulalongkorn Universiteit), Remco Raben (universitair hoofddocent Utrecht), Barend Jan Terwiel (historicus en Thailandkenner) en Henk Zoomers (publicist over dit deel van de wereld).

Het boek werd mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het Prins Bernhard Cultuurfonds.

Uitgever

ISBN 978-974-9511-35-02, Silkworm Books, Chiang Mai.

Vertaling

Ik heb de uit oud-Nederlands in Engels omgezette tekst samengevat en vertaald doch uitsluitend het verslag van Van Heeck zelf en dat beslaat in het boek 50 pagina’s.

Prenten en foto’s

Uitsluitend op de voorwaarden van Wikipedia of indien het uitdrukkelijk publiek domein verklaard is.

Volgende bijdrage

Woensdag 1 juni.

prajak
Volwaardig lid
Volwaardig lid
Berichten: 17884
Lid geworden op: zaterdag 21 juni 2008, 00:24

Re: Verhalen uit het oude Siam; tour d'histoire

#73 Bericht door prajak » dinsdag 31 mei 2016, 00:00

Geschiedverhalen over Siam (69)
(2936)

Bron: A Traveler in Siam in the year 1655, passages uit het dagboek van Gijsbert Heeck.

Augustus 1655; beschieting van een Portugese fluyt

Van Heeck is op 16 november 1654 vertrokken uit Middelburg en doet eerst het VOC hoofdkwartier op Batavia aan. Stapt daarna op het schip De Walvisch en steekt over naar Bangkok. De Walvisch is een bij de VOC veel gebruikt spiegelretourschip (https://nl.wikipedia.org/wiki/Spiegelretourschip).

‘ In de morgen onder goede wind zien wij Cape Liam. Er liggen redelijk grote eilanden met heuvels, dicht bedekt met bomen als teak en ander hout dat geschikt is om balken en planken te maken voor schepen en huizen.

In dit deel van het vasteland loopt de grote rivier en zien we aan beide zijden land met hoge bergen. De baai tussen land en eilanden is een 15 of 16 league breed. Wij gaan daar voor anker voor de nacht. ‘
Afbeelding
‘ De volgende morgen is er eerst geen wind maar daarna hebben we een stevige bries. In de middag zijn we op de rede voor de Siam rivier en vuren drie schoten af ten teken dat de reis goed is verlopen. Wij zien drie andere schepen in deze baai liggen.

Volgens meneer Thomas de Vos, die hier eerder geweest is, behoren ze toe aan de koning van Siam. Ze zijn gebouwd naar Hollands model maar zien er simpel en slordig uit en de tuigage bestaat vooral uit rotan en zo waarmee ze het in dit land moeten doen want er is niks anders. Ze zijn onder zeil maar de ra-nokken zijn omlaag en de steng is gestreken. Op dek een hoop materiaal. Ze zijn duidelijk druk bezig met laden.

Zij voeren een vlag met veel rode en witte strepen aan de hoofdmast en ook vlaggen in rood en in wit alsmede geruite vlaggen aan het achterschip en op de andere masten en wij herkennen die als moslimvlaggen en dat verbaast ons want Siam en moslims zijn nu geen dikke vrienden.

Wij zijn nog meer verbaasd omdat de koning van Siam niet zo lang geleden opdracht gaf drie of vier jachten te bouwen naar Hollands model met galjoenen en daarvoor meester-scheepstimmermannen ‘te leen’ heeft gekregen.

Tegen de avond gaan wij met de sloep de rivier op.

Ik ben daar met kapitein Jan Idszen de Vincq, ook bekend als Van Campen, Thomas de Vos en twee assistenten Adrijaen Stouthard en Jan van Meerwijcq, beide laatste heren zijn halfbloed, en wij overhandigen een brief van de Gouverneur-Generaal en de consul van India aan de leider van de handelspost, de heer Volckerus Westerwoldt.

Het zijn Portugezen!

‘ Als we terugvaren in onze sloep komen we langs de drie genoemde schepen en merken dat het een Fluyt is en twee Portugese jachten. Wij haasten ons aan boord en de kapitein roept de scheepsraad bijeen om te beraadslagen wat onder deze omstandigheden te doen. ‘
Afbeelding
‘ Het besluit valt het schip in gereedheid te brengen om, indien nodig, met onze kanonnen geweld te gebruiken tegen het Portugese schip en haar zonder bloedvergieten in bezit te nemen en daarna orders van de directie af te wachten.

Zo rond drie glazen in de avond en met de maan rijzend varen we zo stilletjes mogelijk dicht bij de Fluyt, het vlaggeschip, zo dichtbij dat we bijna aan boord kunnen springen. Alle mannen komen scheeuwend met hun wapens tevoorschijn.

Wij laten het anker vallen en eerste stuurman Barent van Gelmerdam van Amsterdam vaart met de sloep en eist de vrijbrief dan wel dat de kapitein hem vergezelt naar De Walvisch.

De laatste, bepaald niet bang uitgevallen, weigert, zegt dat hij in de nacht niets wenst te doen, dat hij daar voor anker is onder bescherming van de koning van Siam, op zijn rede, dat we dus geen rechten jegens hem hebben en dat we maar overdag moeten komen voor uitleg, en meer van dat gepraat.

De stuurman die hem dreigt met geweld te zullen dwingen vraagt herhaaldelijk naar het recht hier te liggen, zo ver van de kust, en dat hij niet gelooft dat de koning hem hier bescherming biedt. Hij vaart de goed bemande sloep wat dichterbij. Maar de Portugees, ook niet bang, zegt zijn bemanning klaar te staan voor het gevecht en geeft ze opdracht de vuurpotten klaar te houden.

Uiteindelijk na nog meer waarschuwingen door Van Gelmerdam en moedige en onversaagde antwoorden van de Portugese kapitein komt de stuurman terug aan boord. Nu we vlakbij hem liggen schieten we met het kanon over zijn schip heen, maar omdat hij zich niet overgeeft en niet van plan is in te binden gaan we in het wilde weg vuren met alles wat we hebben.

Hij antwoordt zo goed hij kan, vooral met vuursteengeweren en musketten. Daarna laden ze hun haakbussen en ander geschut met granaatscherven en stenen die ze op onze tuigage schieten zonder veel schade aan te richten.

Na vier of vijf glazen stopt het schieten; bij hen ook. Benedendeks gaan we voorbereidingen treffen; wij zijn van plan hem te beschieten met kanonnen en musketten en hem dan te overmeesteren. Het geschutsdek wordt leeggehaald, wij brengen alle kisten en andere materialen naar het ruim inclusief de zieken die lijden aan beri-beri.

Dan kunnen we vrij bewegen met ons geschut waarvan er 28 zijn waaronder twee grote. We halen de vlaggen en vanen omlaag en als we helemaal klaar zijn voor de aanval gaat de strijdvlag omhoog op de achtersteven. De Portugezen vrezen dat het einde nabij is en terwijl onze bemanning naar goed gebruik de Heer om de zegen vraagt hakken zij de ankerketting kapot, zetten de hoogste zeilen bij en varen snel de rivier op tot ze vast komen te zitten.

Wij kunnen niet volgen, liggen te diep en zouden onbeschermd zijn. Een bootsman met de naam Gerret Kaidraij heeft een ernstige wond aan de maag en sterft een paar uur later. Wij zullen hem begraven aan land.

==

Toelichtingen

Cape Liam; kust nabij Satthahip.
League; oude lengtemaat, 4.828 m,
Grote rivier; Mekong.
Siam rivier; Menam.

Fathom, vadem, vaam; oude lengtemaat, 1,8288 meter.
Moslims; woord dat in de 17e eeuw werd gebruikt voor landen als India, Turkije, Iran, Arabië.

Galjoen; in de 16e en 17e eeuw een oorlogsschip van drie tot vier dekken hoog met een hoge boord. Galjoen is ook een uitbouw aan de boeg waar de toiletten zitten. Op de Waddeneilanden werd tot in de 19e eeuw een toilet ‘galjoen’ genoemd.

Fluyt; licht bewapend handelsschip 16e 17e eeuw naar Hollands model.
Glazen; zandloper, uurglas, maar in deze tijd was dat een halfuurglas dat iedere 30 minuten moest worden gedraaid.

Afbeeldingen

Spiegelretourschip; replica De Batavia; CC BY 1.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=122679

Fluyt; By Wenceslaus Hollar - Artwork from University of Toronto Wenceslaus Hollar Digital CollectionScanned by University of TorontoHigh-resolution version extracted using custom tool by User:Dcoetzee, Public Domain, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=6233667

prajak
Volwaardig lid
Volwaardig lid
Berichten: 17884
Lid geworden op: zaterdag 21 juni 2008, 00:24

Re: Verhalen uit het oude Siam; tour d'histoire

#74 Bericht door prajak » woensdag 01 juni 2016, 23:47

Geschiedverhalen over Siam (70)
(2986)

Bron: A Traveler in Siam in the year 1655, passages uit het dagboek van Gijsbert Heeck.

Augustus 1655; het optreden der autoriteiten.

‘ In de morgen varen wij in de sloep naar de rivier.

Twee Portugese schepen liggen nog aan de grond en de derde is een stuk van ons af gaan liggen. Wij varen naar het pakhuis van de VOC en vertellen van de beschieting al moeten ze dat ook gehoord hebben.

De dode zeeman wordt begraven en we varen terug, langs de Portugezen die naar ons schelden en stenen gooien maar verder niks doen want volgens koninklijk decreet is het varen op de rivier aan iedereen toegelaten.

Wij verplaatsen het schip naar dieper water om vracht in te kunnen nemen. En dan arriveert een Siamese boot met autoriteiten van de regering. ‘

Proces verbaal

‘ Ze willen de naam van het schip weten, de maat, kanonnen, bemanning, de aanval op de Portugezen, en zo meer. Wij moeten de wonden laten zien van onze bemanning, de schade aan het schip en de tuigage -die heel is gebleven-, en alles wordt nauwkeurig opgeschreven voor een verslag aan de koning.

Men doet hetzelfde aan boord van de Fluyt die van origine Lübeck heet; ze horen dat er zes doden zijn en tenminste evenveel gewonden. De Portugezen hebben ernstig geklaagd en verlangen compensatie. Daarna gaan de autoriteiten terug naar de wal.’

De vertegenwoordiger in de procedure

‘ Wij nemen de volgende morgen sinaasappelen in, eieren, kippen en andere levensmiddelen. Daarna komt Jan van Rijck, de tweede man in het pakhuis, aan boord in verband met de aanvaring met de Portugezen.

Hij noteert minutieus alle schade, van een gericht schot tot een splinter, en komt tot 16 of 17 in totaal. De gewonde bootsman moet mee naar de kust om zijn wonden te laten zien aan de Siamese officials en het lichaam van de overleden zeeman wordt om die reden opgegraven.

De kapitein van de Fluyt heeft hetzelfde gedaan; onze schade geminimaliseerd, de zijne opgedreven. Hij heeft door de beschieting zijn reis naar Macao gemist want de wind is gaan liggen en hij schat de schade daardoor idioot hoog in. Zij vinden dat wij hen moeten betalen voor de schade omdat we de vrijheid op de rede van de koning hebben geschonden.

Wij hebben het over onze aartsvijand en nemen hem niet serieus. De heer Van Rijck neemt alle gegevens mee en gaat naar Bangkok, een van de grote plaatsen aan de rivier, een zeven leagues de rivier op.

De vergadering over de schuldvraag wordt geleid door hoge Siamezen; hun rang is Okya. Ze zullen een beslissing nemen over de schuldvraag en de schadevergoeding zoals het hen goed dunkt. Wij gaan terug naar het schip. Het is goed weer en er moet onderhoud gedaan worden.

Wij liggen nog drie dagen op zee, gooien alle zandballast overboord om vracht te kunnen innemen en maken het schip gereed voor de tocht op de rivier. Er is nu ook voldoende attap aan boord voor de lading. ‘
Afbeelding
Als de sloep uit Bangkok terugkomt horen we het oordeel: in ons voordeel beslecht.

Wij nemen proviand aan boord zoals dertig varkens, potten met atjar, gezouten citroen, alsmede rijst, bonen, gedroogde vis en andere waren. Daarna komt een Siamees bootje ons kippen brengen, eieren, bananen, sinasappelen en zo. Later brengen ze ook drinkwater.

Alles is nu klaar voor de reis op de rivier.

==

Toelichtingen

Okya’s; ook wel phraya of phaya, hoge Siamese rang. Deze rang komt niet voor in het boek van Kaempfer uit de periode rond 1690 (zie mijn bijdrage nummer 32) maar zal mogelijk de voorloper zijn van de hoogste rangen aldaar, Peja, Oja en Opera.

Attap, atap; gedroogd blad van de kokosboom. Dit wordt gebruikt om als stootbuffer tussen de lading te leggen. Dient ook als dakbedekking.

Afbeeldingen

Attap, atap; By Tropenmuseum, part of the National Museum of World Cultures, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=8607646

prajak
Volwaardig lid
Volwaardig lid
Berichten: 17884
Lid geworden op: zaterdag 21 juni 2008, 00:24

Re: Verhalen uit het oude Siam; tour d'histoire

#75 Bericht door prajak » zaterdag 04 juni 2016, 00:31

Geschiedverhalen over Siam (71)
(3025)

Bron: A Traveler in Siam in the year 1655, passages uit het dagboek van Gijsbert Heeck.

September 1655; innemen vracht, en de riviertocht voorbereiden
Afbeelding
‘ De Walvisch kan de rivier niet op, hij wordt geladen met vracht en is te zwaar voor de rivier. Tijdens ons bezoek aan Bangkok en Ayutthaya blijft hij op de rede.

Deze morgen komt de ‘Barckhout’, een Siamese schuit, die 80 ton rijst draagt. Men gebruikt gewoonlijk dit soort boten voor het laden en lossen van schepen. Deze barge wordt gecommandeerd door de barge-master, een Hollander. Voor het werk hebben ze aan boord 8 tot 10 koelies die ze per dag inhuren, afhankelijk van de te varen afstand.

Voor iedere koelie krijgt de kapitein een fueang per dag voor onkosten en dat is minder dan 4 stuivers. Van dit geld moet hij hen voorzien van rijst, gedroogde vis, arak, spek, betelbladeren en meer maar het kost hier helemaal niks.

De koelie ontvangt per dag een fueang maar varen ze ook in de nacht dan verdubbelt dat tot een salueng en dat is in het binnenland 7,5 stuiver en aan de monding 12 stuivers. Is de klus geklaard dan worden de koelies weggestuurd en blijft alleen de kapitein aan boord. De lege schuit wordt daarna afgemeerd aan het VOC pakhuis.

Dan passeren we de ‘Koning van Polen’, die geladen is met rijst voor ons schip. Het is een fluyt met een capaciteit van 300 last, en veel groter dan ons schip en met meer bemanning. Ze heeft 6 grote kanonnen, verscheidene kleine kanonnen en andere bewapening.

Het schip lijkt wel heel oud; de kiel is gammel en dat lijkt ons erg ongemakkelijk om te varen in water met ondieptes. Ze vaart tussen Macao, Batavia en Siam en vervoert voornamelijk kokosnootolie, kokosnoten, bananen en rijst, en brengt terug gouden kettingen en andere gouden objecten die ze ons aanbieden maar wij laten ons niet verleiden.

Laurier en wolfsmelk groeien hier. Het land is laag en moerassig en enkele maanden per jaar geheel overstroomd door de toevloed van water van land. Tijdens hoogtij overstroomt het met zeewater dus er groeit niets van belang.

Het VOC pakhuis met de naam Amsterdam heeft een opslagruimte gebouwd op palen en gemaakt van dikke, zware balken en planken zodat de goederen droog blijven. Teakhout en andere hardhout is in overvloed aanwezig en daarom worden oude schepen vaak naar hier gezonden voor reparatie of voor een geheel nieuwe scheepsromp want arbeidsloon is hier goedkoper dan in Batavia zelfs.

Het laatste hier gebouwde jacht is de Worcum, een goed oorlogsschip onder commando van meneer Hulft. Naast het pakhuis ligt een grote hoeveelheid sappanhout die wij als vracht meenemen, en enkele andere planken van een 30 tot 40 voet lang en ander hout bestemd voor Batavia. ‘
Afbeelding
‘Er heeft lang een exportverbod gegolden voor hardhout omdat het paleis van de koning, dat na blikseminslag geheel verbrandde, nieuw gebouwd moest worden.....

Morgen, 7 september, gaan we met de sloep naar Bangkok en daarna naar Ayutthaya. De Barckhout heeft de rijst afgeleverd, we verwachten nog de Koning van Polen met de laatste rijst en dan hebben we 170 last aan boord.

Meer rijst krijgen wij niet; de oogst viel tegen en er is heel veel gezeurd bij de koning om dit te mogen meenemen. Arak is er ook niet, rijst voor consumptie gaat voor. Wij nemen ook nog sappanhout aan boord dat zorgvuldig wordt gewogen.

De sloep wordt voorzien van de benodigdheden voor de reis van enkele dagen, er gaat een ziekenbroeder mee, en we zijn klaar voor morgen. De Barckhout gaat ook de rivier op en krijgt als vracht mee kolen, spijkers, ijzer en andere nuttige zaken voor het VOC kantoor in Ayutthaya. ‘

==

Toelichtingen

De genoemde schepen staan op een website over de VOC en ik ben zo vrij deze gegevens over te nemen:

De Walvisch; http://www.vocsite.nl/schepen/detail.html?id=11146

De Barckhout/Berkhout; http://www.vocsite.nl/schepen/detail.html?id=11479

De Koning van Polen; http://www.vocsite.nl/schepen/detail.html?id=10838

De Worcum/Workum; http://www.vocsite.nl/schepen/detail.html?id=12289

Schuit; het Engelse woord barge betekent schuit, praam, aak, een platbodem en lage boot voor binnenwateren.

Last; bij de VOC van 1.250 tot 2.000 kilo, ooit is 1.926 kilo aangehouden. 40 Last komt neer op circa 80 ton.

Koelie; Engels coolie; in de tropen gebruikt woord voor sjouwer. https://nl.wikipedia.org/wiki/Koelie

Fueang; komt neer op 20 cent ofwel 4 stuivers uit die tijd. Werkte men dag en nacht dat was het loon twee fueang ofwel een salueng, in Europa toen ‘maas’ genoemd. Het was het dagloon van de losarbeider.

Sappanhout, verfhout; een van de houtsoorten die dienen voor de productie van verfstoffen. Caesalpinia sappan.

Afbeeldingen

Thaise platbodem, thans gebruikt voor cruises; thanks to / met dank aan : http://www.thairivercruises.com/the_nag ... golden.asp

Sappanhout; By Vinayaraj - Own work, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.p ... d=21987449

Plaats reactie

Terug naar “Cultuur”