Verhalen uit het oude Siam; tour d'histoire

Informatie over cultuur en gebruiken.
Moderators: Chang, Patriot, Broom

Moderator: Loempia

Bericht
Auteur
prajak
Volwaardig lid
Volwaardig lid
Berichten: 17884
Lid geworden op: zaterdag 21 juni 2008, 00:24

Re: Verhalen uit het oude Siam; tour d'histoire

#31 Bericht door prajak » vrijdag 11 maart 2016, 03:00

Geschiedverhalen over Siam (30)
(742)

Bron:
A Description of the Kingdom of Siam, 1690
Dr Engelbert Kaempfer (1651-1716)

==

In Judia (deel 1)
Afbeelding
‘ Op 11 juni komen wij, god zij dank, in goede gezondheid aan bij de VOC werkplaats net voor Judia, een beetje voor negen uur in de morgen net als ze daar een gewijde bezigheid beginnen. Het is zondag.

In de namiddag, zo heeft de directeur van de werkplaats te verstaan gekregen, moet hij zijn mensen binnen de poorten houden want zijne majesteit wil uitgaan. Als de koning van Siam uitgaat moet iedereen uit de weg gaan zoals in Perzië als de vrouwen van de koning uitgaan. Alle ramen moeten dicht en er mag geen kik gehoord worden.

Als je per ongeluk de koning, of zijn vrouwen, of de prinses in open terrein tegenkomt dan moet je op de knietjes met het hoofd vlak tegen de grond en met de rug gekeerd naar het gezelschap tot ze uit zicht zijn.

De crematie van een belangrijk persoon

‘ Op 12 juni wordt de moeder van de berklam van Siam, die ook verantwoordelijk is voor buitenlandse zaken, met veel praal en ceremonie ter aarde besteld.

Siamezen noemen hun min ‘moeder’ en iedereen die aan haar borst heeft gelegen ‘broeder’ of ‘zuster’. Dit is de min van de berklam want zijn moeder is vijftien maanden geleden begraven.

De begrafenissen van Siamezen zijn buitengewoon voorzien van pracht en praal. Het stoffelijk overschot wordt naar de crematieplaats vervoerd over water in een statige prauw, zo noemt men ze, soms helemaal verguld; trommels slaan en muziek begeleidt de tocht.

Het lichaam ligt ofwel op het gezicht in een kist, of zit in een open stoel in het zicht van alle toeschouwers ondanks dat het vaak ondraaglijk stinkt door de tijd van het jaar en de tijd nodig voor alle voorbereidingen.

En toch achten mensen van aanzien het een dure plicht, zodra ze ziek zijn of een langdurige ziekte hebben, om opdracht te geven de voorbereidingen voor hun crematie tijdig te starten. ‘

De prauwen

‘ De lijkkist is een rechthoekige kist, verguld of voorzien van verguld papier. Het wordt geplaatst onder een statig afdak dat ook verguld is en op een aparte manier versierd is met kolommen en daklijsten die gebogen dakjes dragen, afhankelijk van de status van de overledene.

Aan de kant van de boot die de dode wegbrengt vaart een boot van gelijke lengte met een vergulde piramide gebouwd in de vorm van een spits. ‘
Afbeelding
‘ Er voor en er achter varen enkele andere prauwen met hoge bamboe-palen in het midden die behangen zijn met acht of tien vergulde papieren kronen. De bijgaande tekeningen geven de lezers wellicht een beter idee. ’
Afbeelding
‘ Alle prauwen blijven daar liggen tot de crematie voorbij is.

Als de kist door monniken naar de crematieplaats is gebracht, begeleid door muziek, worden kist en stoffelijk overschot verbrand. Botten en as worden verzameld en daarna begraven en er wordt een statige piramide overheen gezet in plaats van een monument. De hoogte daarvan is afhankelijk van de status van de overledene. ‘

De opmaak naar de audiëntie

‘ De ontvangst door de berklam is een paar dagen daarna.

Mijnheer van Hoorn, directeur van de VOC vestiging, de heer Daniel en de heer Moses Brocseborde welke twee heren de Siamese, Maleise en enkele andere oosterse talen beheersen gaan de brieven en de cadeaus voor de majesteit en de berklam afgeven; de berklam heeft de funktie van kanselier en directeur van buitenlandse zaken. De kapitein van het schip en ik zijn evenzeer toegelaten.

Op de dag van de audiëntie komen tussen 7 en 9 uur in de morgen naar onze werkplaats vier ‘opera’s’ of mandarijnen der tweede klasse om ons te begeleiden.

Deze heren zijn opera Tsijat, een Hindoestaan, nu chef over de moslims en tevens siabander, ontvanger der invoerheffingen, gekleed naar de gewoontes van zijn land, in een toga geborduurd met goud en een tulband op zijn hoofd; voorts een Chinese mandarijn met zijn haar opgebonden en gekleed zoals Siamese mandarijnen gekleed zijn, en tenslotte twee Siamezen waarvan een ongeveer 80 jaar oud is.

Wij ontvangen de heren en hun gevolg met cognac en bonbons, maar de Hindoestaan en een van de Siamezen slaan de drank af.

Hun prauwen zijn erg weelderig en mooi, vooral de prauw die wordt gebruikt om de brieven voor de koning en de berklam te brengen waarbij alleen de tolk aan boord gaat. Deze prauw is iets langer en heeft een hogere voor- en achtersteven dan de andere. ‘
Afbeelding
‘ De prauw van de siabander heeft als bijzonderheid dat alle roeiers gekleed zijn in shirts of toga’s van ruw linnen met platte gele of witte petten. Zijn stoel is belijnd in groen, geel en wit. Aan iedere kant er van staat een bankje voor zijn gevolg maar de stoel staat wat hoger omdat de regels in het land eisen dat hoger geplaatste personen ook hoger zitten.

Aan iedere kant van zijn stoel staan kromzwaard en lans, verguld en belegd met edelstenen als teken van autoriteit, en de mandarijnen dragen die achter hem aan bij plechtigheden. De kromzwaarden hebben grote handgrepen waarmee je kunt snijden en slaan zoals met een zeis. Hierna wordt de stoet geformeerd. ‘

==

Toelichting

Judia; het huidige Ayutthaya, destijds hoofdstad van Siam.
Berklam; chancelor, kanselier, in andere betekenissen Minister van Financiën maar in casu topambtenaar voor buitenlandse zaken.
Opera; mandarijn der tweede klasse, hoge ambtenaar.(Het Thaise woord voor ‘opera’ als muziekstuk is oe-pra-kon).
Moor, mahometan; mohammedaan, moslim.
Siabander; ontvanger der importheffingen

Afbeeldingen: alle tekeningen zijn uit het boek van Kaempfer.

prajak
Volwaardig lid
Volwaardig lid
Berichten: 17884
Lid geworden op: zaterdag 21 juni 2008, 00:24

Re: Verhalen uit het oude Siam; tour d'histoire

#32 Bericht door prajak » zondag 13 maart 2016, 01:39

Geschiedverhalen over Siam (deel 31)
(775)

Bron:
A Description of the Kingdom of Siam, 1690
Dr Engelbert Kaempfer (1651-1716)

==

In Judia (deel 2)

Naar de audiëntie

‘ Alles is gereed en we vertrekken voor de audiëntie in deze volgorde:

Eerst opera Tsijat, de moslim, en dan de drie andere mandarijnen, allemaal in zijn prauw.

Dan volgt de prauw die de brieven voor de majesteit en de berklam bevat, geschreven in Nederlands en Maleis en die liggen in een houder geborduurd met goud. Deze houder ligt in een gouden schaal bedekt door een geborduurd kleedje en dat zit in een doos van pinanghout die versierd is met parels naar de gewoonte van het land. Dit alles is geplaatst op een bank midden onder de huif en de tolk zit er voor op een tapijt.

Dan volgen wij in een prauw onder een huif versierd met rood direct achter de brieven. In deze volgorde varen we de rivier op, eerst een poosje langs de stadsmuren en dan draaien wij af naar het huis van de berklam waar hij de audiëntie geeft en dat met veel praal en vertoon.

We gaan aan wal aan de kant waar zijn huis staat en lopen het laatste stuk. Het complex is vies en vuil maar wel een stuk beter dan zijn eigen huis waar hij ons eergisteren al in privé ontving.

Als wij de hof binnen lopen zien we links een open schop, bijna vierkant, zonder muren, de vloer bedekt met planken en daarop zitten en lopen mensen. Rechts in de stal staat een strijdolifant, helemaal bepantserd.

Wij gaan de stenen trap op en doen de schoenen uit. ‘
Afbeelding
‘ Het huis heeft een enkele maar erg hoge kamer zoals een kerk.

Het is wit van binnen en hangt vol met spinnenwebben. Rechts en links staan zeven pilaren die het plafond dragen dat gemonteerd is onder een dak; het plafond is van hout en netjes rood geschilderd. In het midden van iedere pilaar hangt een grote plaat van Chinees koper. In de muren zitten blinden in plaats van ramen. Achter wit doek gemonteerd aan bamboepalen zitten bedienden.

Voor ons zitten de mandarijnen zoals Oja Tewejaata, een mohammedaan die over de olifanten van de koning gaat en hij zit rechts naast de berklam. Ook Oja Pipat, de plaatsvervanger van de berklam, en die zit aan zijn linkerkant; beiden hebben vergulde dozen voor zich.

Deze dozen hebben een kubusvorm, zijn van pinanghout en zijn tekenen van de gunsten van de koning die hij aan mandarijnen geeft als ze worden verheven in de adelstand en hun naam krijgen al doet hij dat pas na advies van astrologen.

Naast hen zitten Siamese, Chinese en mohammedaanse mandarijnen; ik tel links en rechts van hem resp. 21 en 23 mandarijnen. Zeven van hen hebben gouden en twee hebben zilveren kubussen voor zich staan. De brieven met de houders, schalen en andere sieraden worden voor de berklam geplaatst, een stap of vijf van hem verwijderd.

De berklam zelf zit wat naar achteren, in een omsloten gedeelte van de hal, achter een geborduurd tapijt dat over een paal hangt zodat je alleen zijn bovenlijf ziet.

Nu we allemaal zitten vraagt de berklam aan mijnheer van Hoorn via de tolk hoe de generaal van onze VOC het maakt, hoe lang hij in deze streken is, welke troepen we nu hebben in Batavia en Bantam, welk van de twee landen nu beter is, en wie de kapitein en ik zijn. Deze en andere vragen worden afzonderlijk beantwoord.

Dan maakt men de houders met de brieven open en die gaan van hand tot hand tot ze worden voorgelezen, luidop. Als de tolk enkele woorden niet verstaat omdat die in het Maleis zijn vallen de heren Daniel en Moses in.

Na drie kwartier worden wij door de zoon van de berklam, die al die tijd achter zijn vader zit, begeleid richting prauwen en het gereed staande diner. ‘
Afbeelding
‘ Tegen het einde van de maand horen wij dat de koning een decreet heeft uitgevaardigd dat niemand zich meer vanuit de boot mag wassen met rivierwater. Maar het is onmogelijk voor dit land om zonder water te leven.

De reden van deze order is dat enkele mensen zijn gebeten door een giftige waterslang of waterdier en een paar uur later stierven. Men vertelt mij dat dit dier maar een vinger lang is en zo dik is als een bloedzuiger en eens per acht of tien jaar de rivier bevolkt.

Om de mensen te dwingen zich te houden aan de order is tevens bepaald dat als iemand dood gaat door dat dier, de familie verplicht wordt een boete van vijftien Thails te betalen.

==

Toelichting

Pinang; betelpalm, betelpalmhout.
Thail; vermoedelijk de Dtamlueng, vergelijkbaar met de ‘tael’ in de hele regio inclusief Japan.

Afbeeldingen

Er zijn geen afbeeldingen van dit bezoek; van andere audiënties aan het Siamese hof zijn enkele afbeeldingen geplaatst.

Foto 1: https://commons.wikimedia.org/wiki/File ... _1685..JPG

Foto 2: http://www.soravij.com/royalty/art/Amb04b.jpg

prajak
Volwaardig lid
Volwaardig lid
Berichten: 17884
Lid geworden op: zaterdag 21 juni 2008, 00:24

Re: Verhalen uit het oude Siam; tour d'histoire

#33 Bericht door prajak » dinsdag 15 maart 2016, 01:28

Geschiedverhalen over Siam (32)
(819)

Bron:
A Description of the Kingdom of Siam, 1690
Dr Engelbert Kaempfer (1651-1716)

==

De officieren aan het hof in de jaren rond 1690

‘ Siamezen hebben geen overerfelijke familienaam maar krijgen naamgeving door de fantasie van anderen, speciaal van hun hogergeplaatsten. Belangrijke mannen worden genoemd naar hun beroep.

Aan het hof gaan titels en waardigheid als volgt.

1. Peja en Oja betekent zoveel als prins.

2. Opera, waarvan er aan het hof zo’n veertig zijn maar ook in het land, zijn te vergelijken met hoge adel zoals baron.

3. Oluang, of Luang, zijn van adel. Deze titel geeft de koning ook aan zijn tolken of truchemans.

4. Okucen staat voor mensen van aanzienlijke families uit de burgerij.

5. Omucen zijn lagere officieren van betekenis.

6. Majalacks zijn pages en jonge edelmannen. ‘

De kern rondom de koning

‘ De hoge officieren rond de koning zijn de navolgende.

1. Peja Surasak ook genoemd Peja Wani-a en Faiwani, aan wie de koning alles rond de koninklijke zaken heeft toevertrouwd zoals bijvoorbeeld het bestuur van de strafhoven en de inbeslagnemingen en dat zijn wel de meest gehate delen van het koninklijk gezag. Er wordt breed gedacht dat de koning door hem dat vertrouwen te geven hem gehaat wil maken maar anderen denken dat de koning dat doet om in zijn opvolging te voorzien.

2. Peja Prah’klam, buitenlanders noemen hem berklam, is hoge kanselier en heeft de leiding over buitenlandse zaken. Hij is een aardige man met een beter voorkomen dan ik ooit heb ontmoet onder dit zwarte ras van mannen die in het algemeen kort van stuk zijn en er als apen uitzien. Hij is snel van begrip en levendig in zijn handelen en om die reden werd hij ooit naar Frankrijk gestuurd als ambassadeur, van welk land en zijn regering hij graag praat. De hal van zijn huis zit vol tekeningen van de Franse koninklijke familie en kaarten van Europa maar de rest van zijn spullen is alleen maar stof en spinnenwebben.

3. Pejawam, ook wel genoemd Tnau Peja Taramasa is groot kamerheer en doet de inspecties van de paleizen en de ruimtes van de koning.

4. Peja Jummeraad, een geleerde van Chinese komaf, is chef justitie.

5. Peja Polethep, hoofdontvanger, is verantwoordelijk voor de landerijen en hun opbrengst.

6. Peja Tsakru, grootmeester van de stallen, beheert de olifanten en de paarden en alles wat te maken heeft met het gevolg van de vorst en de uitrusting daarvan.

7. Peja Klahom, beheerder van de huishouding, is commandant van de bedienden, plezierjachten en de koninklijke inventaris.

De hier genoemden zijn chef mandarijnen, of officieren van de staat, die samen de raad van het koninkrijk vormen. ‘
Afbeelding
‘ Het koninkrijk Siam wordt door de inwoners genoemd Muan Thai en dat betekent zoveel als het land Thai. In hun boeken klinkt het als een minder vleiende benaming ‘Krom Thep Pramma haa Ikoon’ ofwel ‘Circuitus visitationis Deorum’, ‘het circuit waar de goden verschijnen’.

De Malagans en Peguans noemen het Tziam en daar komt de Europese naam Siam vandaan. Hoe groot het land ook is, het lijkt alleen bevolkt langs de rivieren. De grote aantallen herten- en buffelhuiden die worden geëxporteerd wijzen op uitgestrekte wouden en wildernissen; deze dieren worden echter alleen gedood in de directe omgeving van het woongebied want elders maken tijgers en moerassen jagen in afgelegen gebied onmogelijk. ‘
Afbeelding
‘ Het koninkrijk kent twaalf grote provincies ieder bestuurd door een Oja, of prins, als de plaatsvervanger van de koning; die heeft als lagere officieren Opera’s onder zich. ‘

==

Toelichting

Trucheman; truchement is Frans voor vertaling.
Malagans; regio Malakka.
Peguans; regio Pegu, thans zuidelijk Myanmar.

De afbeeldingen zijn tekeningen uit het boek van Kaempfer.

prajak
Volwaardig lid
Volwaardig lid
Berichten: 17884
Lid geworden op: zaterdag 21 juni 2008, 00:24

Re: Verhalen uit het oude Siam; tour d'histoire

#34 Bericht door prajak » donderdag 17 maart 2016, 01:27

Geschiedverhalen over Siam (33)
(851)

Bron:
A Description of the Kingdom of Siam, 1690
Dr Engelbert Kaempfer (1651-1716)

==

De stad Judia in 1690
Afbeelding
‘ Judia, Juthia, is de oude hoofdstad van Siam en de residentie van de koning. Sommige reisboeken noemen het India maar dat is een schrijffout. De stad ligt op de westeroever van de grote rivier Meinam.

De stad is gebouwd op vlak land zover als het oog reiken kan en is verdeeld in zoveel eilanden en pleinen dat je je er zonder boot niet kunt verplaatsen. Het wordt omsloten door een stenen muur die aan de zuid- en de noordkant 4,5 fathoms hoog is, schoon, goed onderhouden en voorzien van kantelen maar de andere delen zijn lager, verwaarloosd en vervallen.

Op veel plaatsen is de muur open en zijn er kleine poorten naar de rivier. Aan de binnenkant zijn borstweringen aanwezig om kanonnen op te zetten.

Aan de laagste kant van de stad staat een bolwerk met de kanonnen gericht op de schepen die de rivier op komen. Grote kanalen gaan vanaf de rivier de stad in van oost naar west en van noord tot zuid, en een overvloed van kleinere kanalen laten schepen toe van de rivier in de stad te komen en aan te leggen aan de belangrijkste huizen en paleizen.

De straten lopen rechtaan langs de kanalen; sommige zijn aangenaam breed, maar het overgrote deel is erg smal en in het algemeen vies en vuil. Enkele straten worden bij hoog water overspoeld.

Gezien de omvang van de stad is ze niet ruim bevolkt en in sommige delen zelfs dun bevolkt, speciaal aan de westkant omdat het ver weg ligt, en aan de zuidkant vanwege de moerassen waar mensen over gaan via planken en schamele bruggetjes. ‘
Afbeelding
‘ De eerste straat als je de stad binnen komt loopt naar het westen; het heeft de betere huizen die vroeger eigendom waren van Engelsen, Nederlanders en Fransen. De middelste straat die naar het noorden loopt en naar het hof is het drukst bewoond met winkels van handelslieden, kunstenaars en ambachtslieden.

In beide straten zie je ook honderden huizen die van de Chinezen zijn, Hindoestanen en moslims zoals ze genoemd worden. Ze zijn van steen gebouwd maar erg klein, slechts acht passen lang, vier passen breed met een verdieping maar niet hoger dan 2,5 fathom. Ze hebben platte daktegels en grote deuren.

De andere huizen zijn minder druk bewoond, en de huizen van de gewone burgers zijn middelmatig en armetierig gebouwd van bamboe (en dat is hol riet van twee of drie breedtes) en planken en slordig bedekt met gabbé gabbé, takken en bladeren van palmbomen die in het wild groeien in de moerassen. ‘
Afbeelding
‘ De mandarijnen en ministers en hun hovelingen wonen in aparte delen van de stad en met een binnenhof die smerig is. In het algemeen zijn de gebouwen, alhoewel opgetrokken van kalk en steen, middelmatig en de woonvertrekken noch schoon, noch goed voorzien van meubels.

Kraampjes en winkels in de stad zijn laag en heel gewoontjes al staan ze keurig in lijn.

De kanalen hebben veel bruggen. Die over over het grote kanaal zijn van steen met stenen spijlen maar omdat er geen wagens of boerenkarren zijn zijn ze smal. Andere bruggen zijn van hout ‘

Paleizen
Afbeelding
‘ Er zijn drie koninklijke paleizen in de stad. Het grootste is van de gewezen koning en gebouwd onder Chinese architectuur en versierd met veel daken en voorgevels, gedeeltelijk verguld. Binnen de muren zijn er stallen voor wel honderd olifanten die in een lange rij staan met het schitterend harnas aan.

Sinds de problemen met de Fransen is er maar een enkele ingang naar het paleis waardoor maar een persoon tegelijk toegestaan is mits te voet en het is er zo smerig dat mensen soms tot hun kuiten in de modder trappen als ze niet hun evenwicht kunnen houden op de smalle plank die daar voor ze ligt. Zelfs gewone mandarijnen durven niet binnen komen zonder hulp van een bediende.

De poorten en lanen van de paleishof zijn druk bevolkt met een zwerm naakte mannen wier gebruinde huid zwart is getekend met een ruitmotief.

Sommigen zijn alleen getekend op de armen maar anderen over hun hele lijf tot aan de lendenen die bedekt zijn met een lap. Ze worden met een Portugees woord genoemd ‘Braspintades’ en zijn de lijfwacht van de koning en zijn portiers en roeiers. Zij dragen geen wapen maar een dikke stok en zwerven en kuieren als vagebonden door de hof.’

Rondom de ommuurde stad
Afbeelding
‘ Rond de stad liggen voorsteden en dorpen en sommige daarvan bestaan alleen uit bewoonde boten waarop twee of meer families wonen. Zij verplaatsen de boot van tijd tot tijd vooral als het water hoog staat naar plaatsen waar markten worden gehouden, of feesten, om hun goederen te verkopen voor hun voortbestaan en afwisseling.

De huizen in de gewone dorpen die op vaste grond staan zijn in het algemeen gebouwd van bamboe, riet, planken en ander gewoon spul. Er staan ook huizen op palen van een fathom hoog zodat hoog water vrijelijk onder het huis kan passeren. ‘
Afbeelding
==

Toelichting

Fathom; lengtemaat, 1,8288 meter.
Braspintades; lijfwachten, vermoedelijk oud-Portugees.

Tekening paleis:
A. Het paleis van de overleden koning
B. Het voormalige paleis
H. Stallen voor de olifanten
R. Stal voor de witte olifant
P. Raceplaats
S. Tuinen
Q. Verblijfplaats van de vrouwen

Het perceel is zowel lang als breed 900 passen.

Afbeeldingen:

Lendedoek;dank aan sukantara.com/chiang-mai/wp-content/uploads/2010/09/clothe3_2.jpg

Bird’s eye view Ayutthaya; https://commons.wikimedia.org/wiki/File ... _Judja.jpg

De andere afbeeldingen komen uit het boek.

prajak
Volwaardig lid
Volwaardig lid
Berichten: 17884
Lid geworden op: zaterdag 21 juni 2008, 00:24

Re: Verhalen uit het oude Siam; tour d'histoire

#35 Bericht door prajak » zaterdag 19 maart 2016, 01:09

Geschiedverhalen over Siam (34)
(886)

Bron:
A Description of the Kingdom of Siam, 1690
Dr Engelbert Kaempfer (1651-1716)

==

Vertrek uit Siam, 1690.

‘ Op de vierde juli 1690 vaar ik met de kapitein en met anderen in een boot de Meinam af naar het schip dat daar voor anker ligt, een vier leagues vanaf de riviermond. Wij passeren de fameuze tempel Banihijn, door buitenlanders genaamd de Gouden Pagode.

Ieder jaar bij hoog water gaat de koning daarheen met veel praal en vertoon en een groot aantal mensen om geschenken te geven aan de monniken.

Het gewone volk noemt deze plechtigheid Ktinam ofwel het breken van het water, en dat is ontstaan uit de foute gedachte dat als de koning het water breekt met zijn mes de regen zal vallen. Mogelijk dat dit in een ver verleden gebeurde maar nu is het niet meer dan een ceremonie hoewel met een magnifieke processie over water.

Wij komen maar langzaam vooruit en ik heb alle gelegenheid aan land te gaan en dingetjes te verzamelen. Pas op de zesde juli komen wij in Bangkok aan en bereiken het Hollandse pakhuis met de naam Amsterdam. Het is gebouwd op bamboe palen.

Er zijn winkels met huiden van hert en buffel en veel rood hout ligt te drogen voor kleurstof en daarvan wordt het grootste deel naar Japan vervoerd. ‘

De rivier

‘ In en rond de rivier heb ik eigenaardige zaken ontdekt.

De rivier overstroomt regelmatig de oevers net als de Nijl in Egypte doet alhoewel in verschillende jaargetijden. Het zet het land onder water en maakt de grond vruchtbaar.

Deze overstromingen beginnen in september of eerder als de zon de Kreeftskeerkring bereikt en daardoor de sneeuw in de hoge bergen in het noorden laat smelten. Daarbij helpt ook het regenseizoen waardoor de regen in deze tijd ruim valt. Pas in december wordt de stroom kleiner en past ze weer in haar eigen bed.

Het grondwater blijkt sneller te stijgen dan het rivierwater zodat de oppervlakte sneller blank staat dan de rivier stijgt. Het water is voorts salpeterachtig, niet zout en is dus niet om te drinken terwijl het rivierwater wel modderig is maar zoet en fris.

Het overvloedige water zet meer land bovenstrooms onder water dan tussen Bangkok en de zee. Het laat in die gebieden de rijst sneller groeien en wel zo snel dat de stengels sneller groeien naarmate het water stijgt en dat het de aren boven water houdt. De oogst bestaat uit de aren, de stengels laat men onder water zitten.

Als het water zakt en teruggaat naar haar bed en dat is, zoals men wel zegt, als de noordenwind haar naar zee drijft, dan is men bang voor een epidemie met een hoog sterftecijfer. Men houdt dan een festival om die gevaren af te wenden. ‘
Afbeelding
‘ Dat festival bestaat uit het opsteken van papieren lantaarns nabij belangrijke tempels, in het paleis en bij huizen van aanzienlijke personen; de monniken zingen dan hun gebeden. ‘
Afbeelding
‘ Wij buitenlanders zien slechts dat de winden niet sterk genoeg zijn om het water sneller te laten zakken en dat tenslotte op de aarde een laag slijm achterblijft die door de rotting stinkt maar daar kan moeilijk een epidemie vandaan komen. ‘

Voorbij Bangkok

‘ Voorbij Bangkok zien wij slechts bossen, droge vlaktes en moerassen. Er is heel veel bamboe en gabbé gabbé, een boom waarvan men de bladeren gebruikt om huizen en daken van te maken. De regio heeft heel veel apen, glimwormen en vooral stekende vliegen. ‘

Aan boord

‘ Wij komen tenslotte bij het schip aan en gaan aan boord. Daar zijn de vertegenwoordigers van de VOC, de officieren en de gewone bemanning die verdeeld is over duizend-en-een dingen wat weer wordt verergerd door overmatig gebruik van Lau, een soort cognac die men in dat land maakt.

De kapitein, een burger en goedaardige man (een karaktertrek die je maar zelden aantreft onder Hollandse zeelui) beveelt de mannen op hun plaats te zetten en legt er een stel in ijzers opdat we de volgende dag kunnen uitvaren naar Japan. ‘

==

Toelichting

Water cutting ceremony, vermoedelijk afkomstig van Ceylon, het huidige Sri Lanka. Wordt mogelijk in Thailand niet meer toegepast. Het Thaise woord schijnt te zijn khatina nam of katina nam, niet te verwarren met de katin, de robe ceremonie voor monniken.

Internet geeft als uitleg:

Following the last perahera, the water-cutting ceremony is held before the dawn of the next day at a venue near Kandy, during which a priest wades out into the Mahaweli Ganga and “cuts” the waters with a sword. This ceremony symbolically releases a supply of water for the coming year (the Tooth Relic is traditionally believed to protect against drought) and divides the pure from the impure – it might also relate to the exploits of the early Sri Lankan king, Gajabahu (reigned 114–136 AD), who is credited with the Moses-like feat of dividing the waters between Sri Lanka and India in order to march his army across during his campaign against the Cholas.

Website: roughguides.com/destinations/asia/sri-lanka/kandy-hill-country/kandy/escala-perahera

League; 4.800 meter, 3 mijl.

Afbeeldingen:

Lantaarn 1; Door Jean-Marie Hullot - self-made http://www.flickr.com/photos/jmhullot/2 ... 905642462/, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=3460886

Lantaarn 2; Door Takeaway - Eigen werk, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=6428107

prajak
Volwaardig lid
Volwaardig lid
Berichten: 17884
Lid geworden op: zaterdag 21 juni 2008, 00:24

Re: Verhalen uit het oude Siam; tour d'histoire

#36 Bericht door prajak » maandag 21 maart 2016, 00:52

Geschiedverhalen over Siam (35)
(929)

Het derde boek behandeld in deze serie:

Bron:
Narrative of a Residence at the capital of the Kingdom of Siam (1852),
by Frederick (Fred) Arthur Neale (1821-1863)

Levensloop

De familie Neale was woonachtig in India; Fred Arthur is de jongste zoon. Zijn ouders stierven op jonge leeftijd en de familie zond hem, volgens de traditie, naar Engeland voor zijn opleiding.

Voorbestemd voor een carrière bij de East India Company (de Engelse VOC) ging hij toch liever een aantal jaren varen en daarna zwierf hij door de wereld in Azië, Down Under, Zuid-Afrika, Zuid-Amerika en het Midden-Oosten.

Hij schreef enkele boeken waaronder het boek over zijn belevenissen in Siam. Hij is maar 42 jaar geworden; de gemiddelde leeftijd die men toen haalde was 38 en in India 25, uitzonderingen daargelaten.

Een foto of tekening van Neale is niet aangetroffen.

Toelichting door de uitgever:

This book is a lively and humorous description of Siam of the 1840s.

Most historical accounts of Thailand are either earlier in the 17th century or the latter part of the 19th century. Therefore, this book provides a fascinating account of a little known period.

The author was in the service of King Rama III and thus in an excellent position to gather inside information. Neale provides lively descriptions of marriage and funeral ceremonies, festivals, and the character of the Siamese, but also of disputes between the government of Siam and Cochinchina, trade with China, and business in Siam. Also included is a chronicle of his visit to Chantaburi.

A glimpse of the understanding of early Siamese cartography is offered and the author’s description of meeting with an arrogant missionary as well as his anecdotes of other lively scenes of life in Siam in the 1840s should not be missed.
Afbeelding
Toelichting:

Foto boek;www.dco.co.th/product_info.php?&product_)id=1050

prajak
Volwaardig lid
Volwaardig lid
Berichten: 17884
Lid geworden op: zaterdag 21 juni 2008, 00:24

Re: Verhalen uit het oude Siam; tour d'histoire

#37 Bericht door prajak » woensdag 23 maart 2016, 01:16

Geschiedverhalen over Siam (36)
(983)

Bron:
Narrative of a Residence at the capital of the Kingdom of Siam
(1852), by Frederick (Fred) Arthur Neale (1821-1863)

==

Van Madras naar Bangkok; 1840

‘ Na mijn reizen door het grootste deel van de Madras provincie met haar heerlijke mango’s, het verblijf in Bombay en het genieten van de beroemde Bombay duck, een soort vis, en na mijn verblijf in Penang en Malacca met het genieten van de mangosteen aldaar, ben ik in het voorjaar van 1840 aangeland in Singapore en verdoe er tijd en geld.

Ik wil naar een ander deel van de wereld en zelfs China en Sumatra komen me ineens saai voor. In dit dilemma loop ik de kapitein van de ‘Adelaide’ tegen het lijf, een Bombay schip waarmee ik eerder een reis maakte en waar ik een gezellige tijd aan boord had..

‘Waar wil je heen’, vraagt de kapitein. ‘Waar ga jij naartoe’, is mijn wedervraag. ‘Siam!’

Ik krijg de beste hut aan boord en besteed de rest van de dag aan het netjes en vooral zeevast opbergen van mijn kleding en spullen.

In de middag komen aan boord de bisschop van Singapore en twee zedig en somber kijkende priesters die tot het vallen van de avond zitten te keuvelen. Als dan de bisschop en een van de priesters vertrekken ontdek ik dat de andere priester mijn hutgenoot wordt. Hij tovert een fles maraschino tevoorschijn, wij heffen het glas en worden dikke maatjes. ‘

Priesters en zwarte katten

‘ Zeelui hebben de schurft aan priesters en zwarte katten aan boord en het blijkt dat wij beide onschadelijke schepselen hebben bij het uitvaren. De kat gaat echter al snel overboord door toedoen van de stuurman en als die niet bang is voor het oordeel van rechter en jury dan zal de priester zeker enig moment volgen, in een donkere nacht of bij andere gelegenheid. ‘

De overtocht en noodweer
Afbeelding
‘ Wij varen tussen Pulo Tiuggi en Pulo Aor door en zien het hoogland van Tioman. Daarna zetten wij koers in de richting van Pulo Obi, de uiterste oostpunt van de Golf van Siam.

Terwijl wij onder vol zeil varen krijgen we de ‘avant-courier’ van een storm; eerst een milde bries, dan versterkend en verfrissend na de hitte, dan stormachtig uit alle richtingen. De barometer valt snel.

Aan de zwarte wolkenband te zien is er sprake van een tyfoon in de zee van China. Het plan is in de golf te blijven die aan beide kanten door land wordt omsloten en mogelijk wat beschutting geeft. Maar wij komen toch in een tyfoon terecht. ‘
Afbeelding
‘ En ineens is de storm voorbij. Wij hebben vol zeil gevaren en zijn er uit gekomen.

De zeelieden gaan aan dek om te zien dat de trotse boot een wrak met een gebroken mast is geworden. Touwen en tuig liggen in alle richtingen en met bijlen en kapmessen gaat men aan de slag. Tuigage en palen worden gezekerd, een mast opgericht en van zeil voorzien, alle dekken geschrobd en uren later lijkt het of er geen tyfoon is geweest. ‘

Pulo Obi

‘ Twaalf dagen na het passeren van Pulo Aor krijgen we weer land te zien en we zijn blij te ontdekken dat het Pulo Obi is, ook wel Pulo Ubi, aan het uiterste zuiden van Cochin China. Wij kunnen aan land, vaste grond onder de voeten, en slaan drinkwater in en voedsel. Naast ons ligt een Chinese jonk die de verbinding onderhoudt tussen Canton en Bangkok en in de storm de masten is kwijtgeraakt.

Pulo Obi is een plek met schurkachtige Cochin-Chinezen die wegens diverse misdaden hun land zijn uitgeschopt. Er wonen een negentig tot honderd mensen temidden van varkens, eenden en kippen. Iedere familie heeft een stukje land waar men bonen, zoete aardappelen en groenten teelt.

Zeelieden uit China ruilen met graagte rijst, bonen en linzen voor vers fruit en gevogelte. ‘

Naar Siam

‘ Het gaat heel langzaam naar Siam. Zelden maken wij meer dan dertig mijl in vierentwintig uur. De dagen zijn erg heet en benauwend en in de nacht valt regen met bakken tegelijk.

Op een nacht gaat de kapitein aan dek, kletsnat tot op de huid en in een slecht humeur. Maar onze voorraad eenden is daarentegen in opperste staat van verrukking en laten luidkeels horen hoe ze het weer vinden en wel zo luid dat de kapitein niet te verstaan is.

Tot zijn geduld op is en hij de kok opdracht geeft de luidruchtigste eenden de nek om te draaien en wel stante pede. De kok leeft dat nauwgezet na en de volgende morgen zien we geen eend meer in leven. Ze worden gezouten en wij zijn genoodzaakt op dat rantsoen te staan gedurende de lange en eentonige reis. ‘
Afbeelding
‘ Tweeënveertig dagen zijn voorbij na ons vertrek uit Singapore en dan zien we tenslotte Siam: een paar Chinese drijfnetten, een lange rij mangrovebossen en bergen.

==

Toelichting:

Madras; Britse provincie aan de oostkust van India, thans Chennai.
Bombay; gelegen aan de westkust van India, thans Mumbai.
Penang en Malacca, beide in de straat van Malacca.
Maraschino; marasquin, kersenlikeur.

Pulo Tiuggi, Aor en Tioman; eilanden Pulau Tinggi, Aur en Tioman, ten oosten van Maleisië, niet ver van Singapore.
Pulo Obi; eiland ten zuiden van het huidige Vietnam, lokale naam Hon Khoai.
Avant-courier; avant-courrier, de voorbode.

Afbeeldingen:

Tekening 1, 2 en 3 komen uit het boek van Neale.

prajak
Volwaardig lid
Volwaardig lid
Berichten: 17884
Lid geworden op: zaterdag 21 juni 2008, 00:24

Re: Verhalen uit het oude Siam; tour d'histoire

#38 Bericht door prajak » woensdag 23 maart 2016, 14:23

Yes! Met enige trots.

1.002 Hits op 36 berichten is 27 per bijdrage min 1 van mijzelf uiteraard. Plus de 80 in het schrijversblog en de 10 in mijn eigen blogje maakt het 116 hits per bijdrage. De stand is nu 36 geplaatst, 37 t.m. 44 staan al klaar en ik denk dat de 75 ook wel in zicht komt.

Veel werk maar met groot plezier gedaan aan de kennisbank die dit forum ook is.

prajak
Volwaardig lid
Volwaardig lid
Berichten: 17884
Lid geworden op: zaterdag 21 juni 2008, 00:24

Re: Verhalen uit het oude Siam; tour d'histoire

#39 Bericht door prajak » vrijdag 25 maart 2016, 00:52

Geschiedverhalen over Siam (37)
(1037)

Bron:
Narrative of a Residence at the capital of the Kingdom of Siam
(1852), by Frederick (Fred) Arthur Neale (1821-1863)

De rivier op

‘ Kort nadat wij voor anker liggen aan de zandbank voor Siam gaat de kapitein aan wal om de autoriteiten in Paknam te verwittigen van onze komst. Paknam is een kleine stad aan de monding van de rivier ‘Menam’ (en dat woord betekent in het Siamees ‘moeder der wateren’) en wij moeten toestemming hebben van de overheid om door te varen naar Bangkok.

Dit is een formaliteit die je strikt moet naleven.

De straf opgelegd voor het negeren is het in beslag nemen van het schip, verlies van de lading, gevangenisstraf voor de kapitein (een vreselijke straf in zo’n land en in de gevangenissen die het heeft) en de onmiddellijke executie van de loods wegens overtreding van de wetten van ‘De broer van de Maan en de vereerders van de Twee Witte Olifanten’.

Nu evenwel buitenlandse schepen niet de gevaarlijke onderneming zullen aanvangen om de zandbank over te steken zonder loods, en ook omdat men de gewoontes van de handel kent, worden deze straffen zelden uitgevoerd behalve, in incidenteel geval, als een kleine Chinese jonk, niet bekend met de wet en maar een paar voet diep stekend, de tocht aanvangt en wordt gepakt.’

Vast op de zandbank

‘ Na een dag komt de kapitein terug met de vereiste toestemming en met een loods en nadat we het anker lichten gaan we naar de rivier.

Maar zo goed als de loods ook zal zijn, hij mist de noodzakelijke kennis van eb en vloed en nadat hij het schip op de zandbank dreunt zitten we vast en weten we dat we de eerste 20 uur hier niet vandaan komen.

Het tij gaat snel af en de boot maakt hevig slagzij, zo erg dat het onplezierig wordt; we kunnen niet staan of lopen en moeten houvast zoeken aan de buitenste reling. De positie van het schip brengt verwoesting teweeg aan de flessen en aan het aardewerk in de kajuit, en de kapitein roept boos alle heiligen aan waar hij de naam van weet......

Het is een opmerkelijk fenomeen: op deze zandbank die een hele mijl van de monding af ligt is het water tijdens eb prettig zoet en drinkbaar. Nu het volledig eb is dalen we langs touwladders af naar de zandbank en amuseren wij ons met het rapen van visjes en garnaaltjes die tot hun eigen verrassing, denk ik, ineens in een ander milieu leven.

Dan keert het tij en haasten wij ons terug maar het water komt zo snel dat we er toch natte voeten aan overhouden.

De volgende dag hebben we de wind in de rug en slagen wij er in los te komen van de zandbank. We laten ons anker vallen bij de kleine stad Paknam. ‘
Afbeelding
‘ Paknam is een buitengewoon schilderachtige plek op deze aarde. Alsof je in kleinbeeld een immens fort ziet, of een panoramische voorstelling van de Boga Tigris.

Op een mini-eiland precies in het midden in de rivier staat een heel klein rond fort met een kleine maar mooi gebouwde pagode die als een dwerg omhoog steekt. Het absurde idee dat de bouw van zo’n ding van betekenis is vijanden af te schrikken kan alleen in de hoofden van de Siamezen opkomen of van hun oosterse broeders. Een voltreffer met een lading scheepsbeschuit vaagt het al weg.

Toch is het dit prullige speeltje dat in de hoofden van de koning en de natie DE afschrikking is voor de Engelse regering en dit de enige reden is dat die het land nooit heeft aangevallen zoals bij alle buurlanden wel het geval is. Natuurlijk zit er een legende achter dit fort; het is gesticht door een god en hij waakt nog steeds over het welbevinden van degenen die hem aanbidden.

Op iedere oever staan er steunberen, slecht gebouwd en dito uitgerust; de kanonnen zijn zo verroest dat het gevaarlijk is ze af te laten gaan. En tussen deze bouwwerken kan men een kabel over de rivier spannen in tijden van gevaar en aldus denken de Siamezen hun land onneembaar te maken. ‘
Afbeelding
De koning heeft gegeten!

‘ Van hier uit horen wij, iedere dag om 13 uur, de knarsende tonen van een hoorn klinken, in iedere stad en dorp op Siamese bodem, en die vertelt aan de wereld dat ‘Zijne Majesteit de koning van Siam zijn diner op heeft, en dat hij zo welwillend is alle heersers ter wereld toestemming te geven zijn verstandig voorbeeld te volgen’.

Een Siamees zal eerder geloven dat geen enkel gekroond hoofd van staat het zou wagen deze regel met voeten te treden dan dat er een elektrische telegraaf bestaat; in dat laatste geval zou hij overigens stante pede ter dood worden gebracht. ‘

==

Toelichting:

Paknam; ‘monding van het water’, oude benaming voor het huidige Samut Prakan.
Getij en 20 uur wachten; het noordwestelijk deel van de Golf van Siam kent enkeldaags getij. https://nl.wikipedia.org/wiki/Getijde_(waterbeweging)
Boga Tigris; Boca Tigris, ‘bek van de tijger’, naam die wel wordt gegeven aan de monding van de Parel Rivier tussen Hongkong en Macau.

Afbeeldingen:

De tekeningen komen uit het boek van Neale.
Foto scheepskanon; Door Gerritse at nl.wikipedia, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=4757635

prajak
Volwaardig lid
Volwaardig lid
Berichten: 17884
Lid geworden op: zaterdag 21 juni 2008, 00:24

Re: Verhalen uit het oude Siam; tour d'histoire

#40 Bericht door prajak » zondag 27 maart 2016, 01:06

Geschiedverhalen over Siam (38)
(1087)

Bron:
Narrative of a Residence at the capital of the Kingdom of Siam
(1852), by Frederick (Fred) Arthur Neale (1821-1863)

==

De stad Paknam en omgeving

‘ We landen bij Paknam om eens te kijken naar het dorp en zijn bewoners.

De grond is extreem moerassig en de verhoogde looppaden gemaakt van kalk en specie zijn een onmisbaar hulpmiddel. Deze looppaden zijn bepaald niet breed, en de Siamezen bepaald niet beleefd, zodat we bij het passeren duwen en trekken ervaren, soms op een grove manier, en af en toe wordt een ongelukkig persoon van de weg geduwd en belandt dan in de zompigheid. Dat zou bij een van ons uiterst ongemakkelijk zijn want wij zijn gekleed in het wit met schoenen en sokken van westerse makelij.

Maar niet de Siamezen over wiens eenvoudige kleren ik het later zal hebben; nee, die rennen naar de rivier, duiken er in, zwemmen een twintig yards en terug, en druipend van de nattigheid zetten ze hun werkzaamheden koelbloedig voort.

Om hen heen, in die modder, en overal verderop, zijn varkens duidelijk in hun element net als de groepen dorpskinderen die ze met demonisch plezier van hot naar her drijven. Groepjes eenden zwemmen in plasjes en slootjes en er is duidelijk geen tekort aan gevogelte.

De dorpelingen zelf zijn niets ontziend, zowel mannen als vrouwen, en als wij ze passeren zeggen ze wat in het Thais, een groet of een verwensing. Aan hun gezichten te zien denk ik dat ze ons verwensen, speciaal als ik ze de Engelsen een grom hoor geven en dat heeft alles te maken met meneer Hunter. ‘

De heer Hunter.

‘ Meneer Robert Hunter is een Engelsman die al jaren in Siam woont en hogelijk geacht wordt vooral door de hogere klasse in Bangkok inclusief zijne majesteit de koning.

Hij houdt van vissen en schieten, de enige twee bronnen van vermaak als je hier vrijwillig in afzondering komt wonen. Voor het gemak van hem en zijn vrienden heeft meneer Hunter een sloep gekocht waar 25 ton vracht mee kan waarin ook ik vele reizen maak tot buiten de zandbank.

Meneer Hunter komt niet lang geleden terug van een tocht naar Chantiboon en merkt bij aankomst in Paknam dat wind en tij niet meezitten. Ze zetten de sloep aan de grond en meneer Hunter en een vriend gaan voor hun plezier wilde duiven schieten waar er zat van zijn want die leven op de torentjes van de ‘wat’ nabij en brengen hun kroost daar groot.

Maar net als ze terug gaan naar de sloep komt een twintigtal razende monniken aanlopen bewapend met moorddadige knuppels en ze mishandelden de beide Britten die zich niet kunnen verdedigen. De hele lokale bevolking loopt te hoop tegen de twee die met de ruggen tegen elkaar terug vechten tot een Portugese brigantijn, gealarmeerd door de herrie, tussenbeide komt en de heren aan boord neemt, meer dood dan levend.

Ze kunnen naar Bangkok varen en vragen een gesprek met de koning aan.

Die is furieus over het gedrag van de bevolking van Paknam; hij laat de gouverneur en zijn assistenten vreselijk afrossen en gelast dat de hele groep monniken daar weg moet en als criminelen verbannen moet worden naar het binnenland waar ze nu gras snijden voor de witte olifanten die in Bangkok vereerd worden.

Tja, en dat weten de mensen daar nog maar al te goed...’
Afbeelding
De heer Robert Hunter en de Siamese tweeling

(Noot van de vertaler)

Het is deze heer Hunter die de heren Chang en Eng Bunker ontdekt en meeneemt naar de USA. In de toelichting onderaan staan enkele weblinks.
Afbeelding
==

Toelichting:

Robert Hunter; wie een verslag wil lezen van zijn leven in Siam kan deze link gebruiken:
http://www.siamese-heritage.org/jsspdf/ ... angkok.pdf

Hunter is de man die ‘de’ Siamese tweeling in de wereld zette; zie deze weblink met enkele foto’s:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Chang_en_Eng_Bunker

Yard; 91,44 cm ofwel 3 feet of 36 inch.

Foto tweeling; Publiek domein, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=2330999

Foto Hunter; http://www.clanhunter.com/hunters_of_renfrewshire.html

prajak
Volwaardig lid
Volwaardig lid
Berichten: 17884
Lid geworden op: zaterdag 21 juni 2008, 00:24

Re: Verhalen uit het oude Siam; tour d'histoire

#41 Bericht door prajak » dinsdag 29 maart 2016, 00:56

Geschiedverhalen over Siam (39)
(1125)

Bron:
Narrative of a Residence at the capital of the Kingdom of Siam
(1852), by Frederick (Fred) Arthur Neale (1821-1863)

==

Paklat Belo en Paklat Boon

‘ De Menam is daar diep en vrij van ondiepten en zandbanken dus we kunnen zigzaggend vrij varen tot onze boegspriet vast komt te zitten tussen de mangrovebossen; takjes en zelfs forse takken breken als de boot zich lostrekt maar tenslotte zitten wij vast en bewegen de takken ons heen en weer als de nachtbries nadert.

Niets is mooier dan wat de nacht ons biedt: takken dik bezet met hordes vuurvliegjes die nu en dan oplichten uit het zwarte om ons heen en ze brengen ons op het zwarte water een heldere gloed van schitterend licht. Dit is het sentimentele deel van de nacht.

Aan de andere kant worden wij belegerd door wolken muggen wier voortdurend slaapverwekkend gezoem alleen wordt geëvenaard door de scherpe pijn van hun gemene steken.

Ik zoek bescherming in mijn muskietennet om te ontdekken dat hopen van die gemene insecten ook al hun weg daar hebben gevonden en ik vind opgesloten zijn met die vijand erger dan een confrontatie in de open lucht. Met het voortgaan van de nacht gaan de ellendelingen meer en meer naar de wal en ze geven ons een paar uur rust en vredigheid.

Terwijl ik probeer slaap te vatten ben ik verrast te horen wat ik denk dat een naburige trommel is, een tamtam, ogenschijnlijk dicht nabij het schip, en toch heb ik geen visueel contact. Ik zie geen menselijke aanwezigheid in mijlen want er zijn alleen maar moerassen waar je zelfs geen rijst kunt planten.

Men zegt dat het een vis is, de trommelvis zoals de Siamezen hem noemen, die dit geluid maakt. Ze zijn lelijk met een soort blaas onder de keel waar dat bijzondere geluid vandaan komt en ze zijn niet om te eten. ‘
Afbeelding
Paklat Belo
Afbeelding
‘ Tegen de morgen komen wij aan in Paklat Belo, Klein Paklat om het te onderscheiden van Paklat Boon, een grote en belangrijke stad een twintig mijl verder de rivier op.

Paklat Belo is strikt genomen niet meer dan een dorp, zelfs kleiner dan andere dorpen in de buurt. Maar het is een plaats van belang want het land aan beide zijden van de rivier is aangelegd als een enorme vlakte rijstveld en de rijstoogst wordt hier vandaan verscheept naar Bangkok en Ayutthaya.

Je ziet hier landbouwcultuur, en hier begint het nijvere leven dat drukker en intensiever wordt naarmate je de hoofdstad nadert.

Boten en bootjes maken hier hun opwachting met alles wat maar handel is. Dit is de uiterste grens waar de parlevinkers kunnen komen; ze komen met het gunstige tij mee zodat geen arbeid nodig is om de wel voorziene bootjes van dorp naar dorp te laten gaan. ‘
Afbeelding
‘ Deze kano’s zijn zodanig opgetast dat iemand onbekend met roeitechnieken het onmogelijk zou houden hiermee veilig over het water te gaan; toch is dit de uitrusting die door de op en in het water levende mensen vaak in handen wordt gegeven van iemand niet ouder dan tien jaar, en dat is dan een meisje.

Ongelukken komen zelden voor en dat is geweldig als je in acht neemt dat er ook duizenden grotere roeiboten zijn die af en aan varen. Ze wachten verscholen in de mangrovebossen en dan komen ze plots naar voren en bedreigen de kleine en bescheiden kano’s die beladen zijn met vis, fruit en groente. ‘

Paklat Boon
Afbeelding
‘ We varen langzaam door hoger liggend en meer gecultiveerd landschap; lieve gehuchtjes en aangename dorpjes liggen verspreid over de vlaktes in de verte, en op enkele plaatsen is de natuur vol fruitbomen, hun donker bladerdak steekt sterk af tegen de lichtere en mooi groene kleur van het land rondom.

Na een bocht in de rivier zien wij lange suikerriet bewegen in de wind.

Geen bij, hoe vaardig ook, mag hopen het zoete te zuigen uit de grof bedekte stengels; -alleen de mens kent het geheim van de rijke zoetheid goed verstopt onder de naadloze bast- en alleen de mens weet hoe het sap te persen en, kort gezegd en zonder lyrisch te worden, hoe te spelen met smelten, koken, afschuimen en andere processen en aldus te produceren de rietsuikerrum en (kandij)suiker. Een ouwe Chinees die daar leiding geeft laat overduidelijk zien de geheimen te kennen: hij lijkt echt overgelukkig en buitengewoon tevreden.

Nog een bocht in de rivier en wij zien alleen maar betelnoot aanplant aan iedere oever; de omgeving verandert van erg mooi naar charmant als we mijl na mijl de rivier op varen. In de middag zijn we in Paklaat Boon en omdat het tij tegenzit gaan we aan land voor een ommetje.

Paklat Boon is is erg leuk gebouwd.

Aan de oever staan de arbeiderswoningen van de vaklui en van anderen in dienst van de kano-werf en tijdens ons bezoek is men bezig met de bouw van een kano voor de koning, met een lengte van 70 tot 80 voet maar met de grootste breedte niet meer dan 12 voet.

De werven worden in perefecte staat gehouden en ook de hele stad is netjes en schoon, echt iets bijzonders in dit deel van de wereld, en het is een groot voordeel dat deze stad onder beheer staat van Prenawi Consett, lid van de koninklijke familie en de hoogste admiraal van de Siamese marine. Hij is perfect in Engels en in Europese manieren. ‘

==

Toelichting:

Paklat-Belo; Paklat Beeloo, Little Paklat, dorpje direct na Paknam aan de Maenam, dus net ten noorden van Samut Prakan. De naam is niet teruggevonden. Vanaf dit dorp liep een kanaal Bangkok in, een kanaal waarvan de schrijver verhaalt ‘a canal navigable at high water to canoes paddled by as many as eight men, and this canal leads direct into the heart of the city of Bangkok, cutting off a distance of nearly 25 miles.’

Paklat-Boon; aan de hand van de beschrijving op internet mede dankzij The American Mission in Thonburi wordt dit gesitueerd in het deel van het huidige Thonburi ter hoogte van Taksin bridge. Het lag een 20 mijl vanaf de monding en vóór Bangkok dat toen voor bezoekers alleen bestond uit Ratanakosin.

Afbeeldingen:

De tekeningen zijn uit het boek van Neale.

Drumvis; Atlantic croaker, Micropogonias undulatus,
Public Domain, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=501151

Floating Market; Creative Commons BY-SA 4.0

prajak
Volwaardig lid
Volwaardig lid
Berichten: 17884
Lid geworden op: zaterdag 21 juni 2008, 00:24

Re: Verhalen uit het oude Siam; tour d'histoire

#42 Bericht door prajak » donderdag 31 maart 2016, 01:08

Geschiedverhalen over Siam (40)
(1167)

Bron:
Narrative of a Residence at the capital of the Kingdom of Siam
(1852), by Frederick (Fred) Arthur Neale (1821-1863)

==

De Siamese marine

‘ Van de overheidsondernemingen in Siam zijn de scheepswerven in Bangkok niet de minst interessante.

Ze zijn gedeeltelijk gemaakt door de natuur en deels door mensenhanden. Er zijn natte en droge dokken maar ze liggen allemaal gescheiden van elkaar. In plaats van een groot bassin te vormen liggen ze allemaal achter elkaar aan een van de oevers.

In deze dokken zijn de mooie boten gebouwd die de vloot vormen van de Siamese majesteit en allemaal onder supervisie van een Engelse scheepsbouwer bijgestaan door Chinese scheepstimmerlui die in Bombay hun opleiding hebben genoten en pas na jaren in Siam aan de slag mogen.

De Siamese vloot bestaat tijdens mijn bezoek uit 12 schepen, voornamelijk onder commando van Engelsen die in veel gevallen veel talent en zee-ervaring hebben. ‘
Afbeelding
De vloot

‘ De vloot bestaat uit navolgende schepen en hun tonnage:

Conquerror, 1.413 ton
Victory, 1.400 ton
Caledonia, 1.000 ton
Good Success, 700 ton,

Sir Walter Scott, 500 ton
Ariel, 150 ton
Jacobs, 50 ton
Rogers, ?? ton,

Middleton, 44 ton
Triggs, 22 ton
De Luz, 10 ton
Eglan, 6 ton.

Daarnaast zijn er kleinere boten zoals strijdjonken en kanonneerboten en die staan onder commando van Manilla- en Chinese mannen en worden voornamelijk ingezet langs de kust met Cambodja en Maleisië.

Je zult als lezer vragen waarom de schepen Engelse namen dragen. Die zijn tijdens de tewaterlating gegeven door de heer Hunter en nadat hij de naam had vertaald in het Siamees werd zijn keus met grote tevredenheid aanvaard. ‘
Afbeelding
‘ De Siamezen leven niet op goede voet met hun buren, de mensen van Cochin-China. Soms is de hele vloot onderweg om verdwaalde Cochin-Chinese handelsjonken te onderscheppen die in de regel waardevolle lading hebben, bestemd voor de markt in Singapore of Borneo.

Maar tijdens meer dan een enkele gelegenheid zijn de Siamese schepen na een achtervolging van een Tonkinese jonk blij van koers te veranderen en zo snel mogelijk terug te gaan naar Siam als ze hebben gezien dat de vijand ook goed bewapend en bemand is. De voorzorgen die beide partijen dan nemen zijn uiterst bespottelijk. ‘
Afbeelding
‘ Ze schieten met losse flodders die zonder kwaad te doen ergens halverweg in het water vallen; de Cochin-Chinese jonk maakt dat ie weg komt terwijl het Siamese schip bakzeil haalt zodat het stil valt als ze ontdekken dat de vijand ook bewapend is. We maken dit zelf mee als we uit de wind liggen te wachten voor Pulau Obi bij Ambon terwijl wij gemakkelijk kunnen achtervolgen, zes knopen varen tegen een en we met gemak zijn tuigage kapot kunnen schieten.

De andere kant van de medaille is wel dat wij de bemanning dan naar Siam moeten nemen en dat gaat hen ellende brengen. De beste behandeling die ze kunnen krijgen is voer voor krokodillen. ‘
Afbeelding
‘ De Conqueror, een van de mooiste boten van de vloot, is in een tyfoon vergaan en bijna verging het de Caledonia ook zo.

De lascars, ander woord voor scheepslieden in de Siamese marine, zijn bijna allemaal Maleiers; de rest bestaat uit Siamezen en Birmezen. Ieder schip heeft twee Chinese timmerlieden en hun hulpen aan boord en de stuurlui zijn voornamelijk van Manilla. Ieder schip is goed van crew voorzien, en de Caledonia heeft een crew van 236 mensen inclusief de officieren.

De betaling is goed. De kapitein krijgt 150 dollar per maand, de eerste stuur 100, en zo gaan de salarissen langzaam naar beneden. Er zijn alleen Siamese artsen aan boord maar ik slik nog liever een kogel in dan me door hen te laten behandelen.

De scheepslieden hebben bijna altijd werk want er is veel te doen op zee.

Maar neem je de bijna barbaarse omstandigheden in acht waarmee ze de marine organiseren en in tact houden dan moet die marine in staat zijn goede diensten te bewijzen om de vele nesten van piraten in die regio te bestrijden die aanvallen doen vanuit de vele eilandjes en kreekjes waar vaak geen westers oog heeft kunnen kijken. ‘

Noot van de vertaler

Ik plaats nu twee afbeeldingen van de sloep van de koning, de Anantanakkharat uit 1865 en de Suphannahong (heden).
Afbeelding
Afbeelding
==

Toelichting:

Van de schepen zijn geen afbeeldingen gevonden. De geplaatste afbeeldingen zijn uit latere periode, met name rond 1905. Geplaatst is de afbeelding van de Impregnable (‘de onaantastbare’), de Maha Chakri en de Pittayam.

Afbeeldingen:

Met dank aan http://www.navy.mi.th/newwww/document/h ... ent2_1.php

Sloep van de koning, resp Public Domain, https://en.wikipedia.org/w/index.php?curid=10835752
en By Lerdsuwa - self-made. EOS 400D + EF-S 10-22/3.5-4.5., CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=3012588

Ik ga in overleg met Chang of we iets kunnen doen aan te brede foto's die ik nu moet verknippen. Als daar iets voor is dan pas ik dat aan.

prajak
Volwaardig lid
Volwaardig lid
Berichten: 17884
Lid geworden op: zaterdag 21 juni 2008, 00:24

Re: Verhalen uit het oude Siam; tour d'histoire

#43 Bericht door prajak » zaterdag 02 april 2016, 00:53

Geschiedverhalen over Siam (41)
(1203)

Bron:
Narrative of a Residence at the capital of the Kingdom of Siam
(1852), by Frederick (Fred) Arthur Neale (1821-1863)

‘De Portugese consul’ en ‘Een rebelse heer’

==

De Portugese consul, het consulaat en de missie

‘ De residentie van Signor Marsinello de Rosa, de Portugese consul, is een heel gewoontjes gebouwd huis met bamboe, palen, latjes en pleisterwerk maar het is wel een groot huis, netjes gewit, keurig gemeubileerd en het staat op een van de aardigste plekken van Siam.

Het was de bedoeling van de Portugese regering daar een schitterend van steen gebouwd huis neer te zetten als een passende residentie aan dit vermaarde hof en dat was in uitvoering, dat plan, om een schip geladen met de mooiste stenen en voorzien van Portugese metselaars en ambachtslieden van Goa te laten varen naar Bangkok.

Maar helaas! Het schip werd door een zware storm getroffen in de Chinese zee en strandde tenslotte op een verborgen zandbank waarvandaan de crew ternauwernood ontsnapte maar schip en stenen gingen ten onder, en daarmee de hoop voor de consul. Zijn regering kon zich niet het risico veroorloven van nog zo’n transport en meneer De Rosa moest de vlag hijsen aan een stok die beter zou staan bij een groter gebouw.... ‘
Afbeelding
‘ De consul is in Bangkok sinds 1828 en heeft uiteraard een grondige kennis van de Siamese taal. Hij is een voorname en rustige man die zijn tijd doorbrengt met het staren in Siamese boeken, hij verlaat zelden of nooit zijn huis behalve om op zondag de mis bij te wonen of om zijn vriend meneer Hunter te bezoeken.

Hij is de geschikte buurman voor de bescheiden Amerikaanse missionarissen die wonen in dit deel van de stad en van beter niveau zijn dan de buren van meneer Hunter. Bijvoorbeeld de heren Mirch en Deane in het bijzonder, mensen die hun beroep eer aan doen en zo rijk zijn dat ze niet om wereldse redenen lid zijn geworden van de kerk.

In de tuin staat een oeroude tamarineboom die bijne een eeuw weer en wind trotseert en daaronder staat een zitje van waar men in de morgen de eerste zonnestralen afwacht tot ze te heet zijn, of men bespreekt het nieuws van de dag, of bekijkt de speelse scenes die zich op de rivier afspelen, of houdt met bezadigde buren diepzinnige gesprekken over wat het leven brengt. ‘

Een rebelse heer

‘ Een paar mijl na het huis van de heer De Rosa kom je aan de rivier bij een lege plaats.

Bijna tegenover het huis van meneer Hunter; een lege plek in een drukke waterweg waar evenwel geen enkele Siamees zijn boot durft aan te leggen of met zijn kano durft te passeren. Jouw crew siddert als ze die plaats passeren en dat doe jij ook als je het verhaal hoort dat die plek voor eeuwig leeg zal laten zijn.

Dit is het verhaal:

Een paar jaar voor mijn komst naar Siam breekt er een opstand uit in de binnenlanden van Siam. De leider van de oproerkraaiers is Peer-si-pi-foor of iets van dien aard, een man die uit hoofde van zijn rijkdom en geslepenheid veel invloed heeft op de bewoners van de binnenprovincies.

In een voor hem ongelukkig moment wordt hij bezeten van de demon ‘Ambitie’ die hem flink beetpakt en vanaf dat moment droomt hij alleen maar van de scepter en de ultieme macht. Hij raadpleegt astrologen die voor hem gunstig oordelen, hij bezoekt ouwe heksen en feeksen en die voeren zijn denkbeelden over succes en winst naar ongekende hoogtes.

De Peer, ondersteund door zoveel gelukbrengende gebeurtenissen, roept openlijk op tot oorlog tegen de koning van Siam die hij een overweldiger noemt, en hij vaardigt bevelen uit dat alleen hij de wettige opvolger is tot de troon.

De geestelijkheid en de bevolking staan achter hem en om alle twijfel weg te nemen gaat hij in de open lucht paraderen in protserige gouden en klatergouden gewaden en dat OP DE RUG VAN EEN WITTE OLIFANT! En dat voor het oog van alle Siamezen daar terwijl alleen de koning zelf op de witte olifant mag rijden.

Het nieuws van deze opstand bereikt de oren van de furieuze koning in Bangkok die direct alle omroepers opdracht geeft om te roepen dat alle landen om wraak moeten roepen en dat alle oosterse vorsten worden opgeroepen hem te verschroeien tot drek.

Helaas, de andere koningshuizen komen niet te hulp en ondertussen maakt de rebelse heer zulke vorderingen dat hij de hoofdstad gaat naderen en de koning samen met zijn 1.500 vrouwen en talloze bijvrouwen als een juffershondje zitten te bibberen. De Europese mensen in Bangkok nemen al de vlucht naar schepen die in de monding liggen. ‘

Neem dan de wapens op!

‘ In deze crisis beveelt meneer Hunter de koning aan gebruik te maken van de vele wapens aan boord van zijn oorlogsschepen. Omdat de grote schepen de rivier niet op kunnen worden de wapens geplaatst op kleinere boten en naar Ayutthaya gebracht, de oude hoofdstad, en daarna met wagens gebracht naar waar men de rebellen verwacht.

Onder leiding van de kapiteins M... en H... worden sterke geschutsposities gebouwd, de kanonnen stevig verankerd en de lopen gevuld met schroot.

Nog geen twee dagen later hoort men de rebellen komen. De mensen begrijpen dat die in aantal met meer zijn en willen vluchten maar de legerleiding houdt hen voor dat wie vlucht in Bangkok op het rad gebonden wordt en een vreselijke dood zal sterven..... Deze boodschap heeft een weldadig effect en brengt valse moed bij die mensen.

Ondertussen wordt het kabaal van de rebellen luider en luider; hun uitgelaten gejoel zegt dat ze zeker zijn van hun kracht.

Ze zijn geen 200 yard van de geschutsbatterijen, die ze aanzien voor kalkovens en dat soort bouwsels, als plots de kanonnen afgaan met de vlammen en de donder van een hoogst onverwachte artillerie. De vijand wankelt en aarzelt uit verbazing en angst en het geschreeuw en gemor van de stervende en gewonde mensen voorspelt de verschrikkelijke executie die het schroot heeft veroorzaakt.

Voordat de rook optrekt, voordat de ongedeerde mannen weten wat te doen, heeft kapitein M... met een kleine eenheid een uitval gedaan en de rebel en enkele van zijn mannen gevangen genomen en achter de omheining gebracht. De rest van het leger is bezig met herladen en schieten maar het is niet meer nodig, de rebellen zijn al gevlucht tot buiten schootsafstand.

Peer-si-pi-foor is naar Bangkok gebacht en wordt ter dood veroordeeld. Dat kan je ook verwachten in meer beschaafde landen als Siam maar het is ontstellend de manier waarop het vonnis ten uitvoer wordt gebracht.

Eerst worden zijn ogen uitgestoken en dan wordt hij naakt en zonder eten in een kooi geplaatst waarin eerst een tijger zat. De kooi wordt boven de rivier gehangen zo hoog dat hij net niet bij het water kan wat hij wel dag en nacht hoort kabbelen. De man droogt in drie dagen geheel uit.

Verzoeken om aan diens ellende een eind te maken wijst de koning af. Het publiek begint de methode barbaars te vinden.

Tegenwoordig gebruiken moeders de naam van Peer-si-pi-foor nog om hun huilende kinderen in slaap te krijgen....... ‘

==

Toelichting:

Consul Marsinello de Rosa, of Marcelino de Rosa, geen gegevens gevonden mede wegens websites die hier verboden zijn (: Leonowens). De Portugezen hadden als eerste land een consulaat in Bangkok in 1820 maar de contacten liepen al sedert eind 15e eeuw. Website:. http://www.ayutthaya-history.com/Settle ... guese.html

Peer-si-pi-foor de rebel; maar hebben we dat niet al eens gelezen? Prins Chou Anuvong, de Laotiaanse prins/vorst die na rebellie in Bangkok zo triest aan zijn eind kwam. In het ene verhaal een vorst die zijn volk vrij wil hebben, in dit verhaal neergezet als een Don Quichote. Een website met boze commentaren: https://groups.google.com/forum/#!msg/s ... eOlqOZ3-QJ

Afbeelding:

Huis consul; uit het boek.

prajak
Volwaardig lid
Volwaardig lid
Berichten: 17884
Lid geworden op: zaterdag 21 juni 2008, 00:24

Re: Verhalen uit het oude Siam; tour d'histoire

#44 Bericht door prajak » maandag 04 april 2016, 00:42

Geschiedverhalen over Siam (42)
(1235)

Bron:
Narrative of a Residence at the capital of the Kingdom of Siam
(1852), by Frederick (Fred) Arthur Neale (1821-1863)

‘Audiëntie bij de majesteit; zich prosterneren met een besmuikte lach’

==

Zich prosterneren foto 1
Afbeelding
‘ De koning staat ons een audiëntie toe, kort na mijn aankomst in Bangkok. Meneer Hunter stelt mij en een aantal Europese scheepskapiteins voor aan hem.

Wij verlaten meneer Hunters huis rond 14 uur in een schitterende vergulde staatssloep ons ter beschikking gesteld door Prenawa Consett, de Lord High Admiral van Siam.

Maar komen wij bij de trappen van het paleis aan dan zijn die zo gevaarlijk glibberig en kwetsend smerig dat we ons gedwongen voelen de roeiers over te halen ons tegen een beloning op de schouders te nemen tot we vaste grond onder de voeten hebben. Onze witte katoenen broeken zijn niet echt geschikt om mee door de modder te springen.

Eenmaal aan land bekijken wij de binnenhof van het paleis. Er staat een vreemde verzameling Italiaanse standbeelden geplaatst op eenvoudige houten voeten met veel lompe en lelijke figuurtjes voorstellende Siamese afgoden en veelarmige goden. Tussen die beeldjes in zien wij veel afbeeldingen van door de Siamezen vereerde veelvoetige dieren.

Wij verdoen een half uur van onze tijd en worden dan uitgenodigd in de wachtkamer waar we ongebruikelijk luxe mogen zitten in Europese stoelen om wat te rusten. ‘

Zich prosterneren foto 2
Afbeelding
‘ En dan acht de majesteit, verwant aan de vele heldere sterren aan het firmament, de tijd rijp te gelasten ons te begeven in zijn hoogst doorluchtige aanwezigheid. Daar komt de opdracht en wij worden begeleid naar de ontvangstruimte.

Zeg ik: begeleid? Ik moet schrijven dat wij ons naar de ontvangstkamer begeven ‘op alle vier’ als een groep kikkers aan de rand van een moeras en deze manier de koning te benaderen is een grote gunst alleen aan ons verleend want de Siamezen zelf kruipen voort op hun buik en blijven het hele interview zo liggen.

Na aankomst kan ik eerst niets anders onderscheiden dan een schitterend gordijn volledig bewerkt met gouden en zilveren stoffen die over de hele lengte van de kamer hangt. De zachte tonen van een opmerkelijk vriendelijk gestemd instrument bereiken onze oren alsof het een van Mozarts meesterstukken is.

Dan gaat het gordijn wat opzij en zien onze verwachtingsvolle ogen het gezette en halfnaakte lichaam van de machtige en tirannieke koning van Siam.

De stilte die nu minutenlang volgt wordt alleen onderbroken door de zachte klanken van het muziekinstrument en ontelbaar zijn de diepe buigingen door angstige ondergeschikte hovelingen en vleiers. ‘

Zich prosterneren foto 3
Afbeelding
‘ De koning zit op een troon met de benen gekruist natuurlijk, ongeveer twee voet van de grond af. De troon is gemaakt met verfijnde ambachtskunst in ivoor en ebbenhout met een kussen en met draperieën van fijn rood fluweel ingelegd met zilver.

De hele scene zou imposant zijn zonder het bespottelijk voorkomen van de majesteit zelf die behalve een kleed van gouden stof van zijn middel tot aan zijn knieën er uit ziet als een opgeblazen Brahmaanse priester. De man ziet er uit of ie op zijn laatste benen loopt en zijn laatste oortje heeft versnoept.

Tenslotte, na puffen en blazen als een dolfijn, krijgt hij met duidelijke inspanning een hijgerige en zielig krakende stem aan de gang en zegt de tolk ons mede te delen dat hij in onenigheid leeft met het Birmese rijk.

Al enkele jaren gaat het om een grensprobleem. Hij zegt dat de Birmezen een stel stomme ganzen zijn die het wagen zijn rechten te betwisten en dat bij voortduring van hun onwetendheid en dwaasheid hij verplicht is een groep moedige soldaten te sturen en enkele van zijn onbedwingbare oorlogsbodems met het kwade doel de Birmese gans te koken.

De corpulente majesteit raakt zo opgewonden van dit onderwerp dat hij er op staat dat de kaart van beide koninkrijken, getekend zoals hij trots zegt door de eerste minister, op de grond voor ons wordt gelegd zodat wij ten volle overtuigd raken van de complete waanzin van de Birmese aanspraken.

Een grote linnen rol is daarvoor gemaakt maar voordat hij toestaat die af te rollen benadrukt de majesteit het onweerlegbare feit dat het rode deel van de kaart het Siamese deel is en het groene deel het Birmese gebied. Dan wordt de kaart afgerold. ‘
Afbeelding
‘ Terwijl de kaart langzaam en voorzichtig wordt ontrold kijkt de koning ons aan alsof hij verwacht dat het briljante van het schilderwerk en het verfijnde vertoon van Siamees aardrijkskundig talent ons ter plaatse flauw doet vallen of wij in extase gaan uitbarsten.

Helaas, dit effect blijft uit want wij Europeanen en zeker de Engelsen hebben vaker kans gehad kaarten te bekijken.

Maar wij zijn van het lachen bijna aan de rand van het fatsoen geraakt en het is pijnlijk dat we verplicht zijn onze lol in te tomen. De neiging te lachen moet toch zichtbaar zijn voor de majesteit en kan verkeerd worden uitgelegd maar de majesteit raakt in vervoering en bewondering voor dit prachtige kunstwerk dat onze ogen verblindt door buitengewone kleurschakeringen.

De kaart is groot drie voet bij twee. In het midden zit een rode lap van 18 inch bij 10, en er boven een groen lapje van 10 inch bij 3.

Op het deel in rood is een eigenaardig figuurtje geplakt, gesneden uit zilverpapier, met in zijn ene hand een werpvork en in de andere een sinaasappel. Er staat een kroon op het hoofd, er zitten sporen aan de hielen en de x-benen die akelig dun zijn uitgevallen raken elkaar welwillend bij de knieën. Dit er als een kadaver uitziend figuurtje moet voorstellen het opgezwollen stuk mens dat voor ons zit en macht heeft van de ene naar de andere kant van zijn bezit. ‘

Zich prosterneren foto 4
Afbeelding
‘ Op het groene lapje staat een van inkt gemaakt Indiaas figuurtje; een druppeltje voor het hoofd, een grotere vlek voor het lijfje, en vier streken met de pen om armen en benen aan te duiden en dit alles stelt voor de stumper Tharawaddy, koning van Birma. Een groepje duiveltjes danst in verschillende houdingen door zijn rijk en deze raadselachtige figuurtjes moeten de niet-kenner vertellen in welke roerige staat het Birmese rijk wel is en welk een onbeduidende koning hij is in zijn eigen rijk.

Tussen de rode en de groene lap staat een brede zwarte lijn, een onbetwistbare grens, en net boven de kroon staat een krom lijntje aangevend welk deel betwist wordt. De rest van de rol is blauw, voorstellend de zee, en alleen in het rode stuk staan armoedig getekende schepen die af en aan varen, sommige zelfs met de mast naar beneden. De Birmezen hebben geen boten op de rol.

Nu wij, uiteraard, hebben ingestemd met de woorden van de majesteit en van onze verrassing hebben laten blijken lijkt de oude koning verrukt en geeft hij opdracht de kaart weg te dragen.

En ineens lijkt de belangstelling van de majesteit weg. Het gordijn valt en zijne dapperheid is uit onze blik verdwenen. De hovelingen maken drie diepe buigingen en wij gaan langzaam terug naar de andere ruimte. Zodra wij buiten zijn vraag ik waarom de majesteit ineens verdwijnt.

Hoot away, mun, do ye no ken that this is breakfast time? Zegt H… in zijn zware Schotse accent. En zo zit het!

De majesteit werd hongerig en vond het passend te verdwijnen en ons in het duister achter te laten. ‘

Zich prosterneren foto 5
Afbeelding
==

Afbeeldingen van internet:

P1; Public Domain, https://en.wikipedia.org/w/index.php?curid=4051231

P2; By John Hill - Own work, CC BY 2.5, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=1622616

P3; CC-BY-SA 2.5

P4; By Antonio Melina/Agência Brasil - Agência Brasil by Antonio Melina/Agência Brasil. 01.Dec.2003 as 11605.jpg, from where it was downloaded, cropped, and resized by Hajor., CC BY 3.0 br, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=171458

P5; By Toyokuni (歌川豐國) - Online Collection of Brooklyn Museum; Photo: Brooklyn Museum, 16.535_IMLS_PS3.jpg, Public Domain, https://commons.wikimedia.org/w/index.p ... d=10956928

prajak
Volwaardig lid
Volwaardig lid
Berichten: 17884
Lid geworden op: zaterdag 21 juni 2008, 00:24

Re: Verhalen uit het oude Siam; tour d'histoire

#45 Bericht door prajak » woensdag 06 april 2016, 00:57

Geschiedverhalen over Siam (43)
(1270)

Bron:
Narrative of a Residence at the capital of the Kingdom of Siam
(1852), by Frederick (Fred) Arthur Neale (1821-1863)

Dieren, land, mensen, voedsel en ziektes (deel 1)

==

‘ Het Siamese rijk bestaat mede uit Laos, delen van Cambodja en een paar kleine Maleise staten, maar de vraag waar de grenzen lopen is al lange tijd een dispuut tussen de Siamezen en hun directe buren: het is dus moeilijk een lijn te trekken tussen de bezittingen en de buurlanden hebben claims uitstaan voor gebieden die onder invloed staan van Birma en Cochin-China.

De omvang van Siam in aardrijkskundige termen is echter redelijk nauwkeurig geschat door een hoge prins die het gebied schat op 184.000 mijl. Weinig is echter bekend over de aard van de natuur in de binnenlanden behalve dat de grenzen bergachtig zijn en dat er grote stukken jungle bestaan die een tehuis bieden aan talrijke olifanten en roofdieren. ‘

De prins:
Afbeelding
‘ De hoge bergen zijn goed waarneembaar vanaf delen van de golf en enkele kegelvormige dan wel bijzonder gevormde heuvels zijn uitstekende bakens voor de navigatie op zee.

De Meinam loopt recht door Siam en kleine schepen kunnen de rivier op tot ver in het land. Jaarlijkse overstromingen over de oevers hebben de bewoners er toe gebracht hun huizen op vaste bodem te verlaten, behalve diep in het land, en ze bouwen hier net als op Sumatra hun huizen op hoge palen. ‘

Thai Yoi en Thai Noe

‘ Thai Yoi en Thai Noe zijn de twee te onderscheiden stammen die in Siam wonen. De eerstgenoemden zijn trotse en onafhankelijke bergbewoners zoals de Ansari kaste in het rijk van de sultans, die slavernij verwerpen en weigeren te buigen voor het juk van belastingen.

In tijden van oorlog hebben zij bewezen moedige en bekwame soldaten te zijn maar zijn ze bandiet of balling dan maken ze tochten door het laagland en plunderen er op los.

De Thai Noe, of laaglanders, laten zich besturen door de wetten van het land en zijn verder vredelievend en zelfs eerlijk en zijn voornamelijk aan het werk in de landbouw.

Veel Chinezen die zich hier gevestigd hebben en getrouwd zijn verwerven immense rijkdom van de aanplant van suikerriet in de binnenlanden; anderen zijn bezig met de teelt van tabak en katoen, en weer anderen verdienen hun brood met het verzamelen van hars voor wierook. ‘

Guttegom en (vervolgens) sappanhout
Afbeelding
‘ Guttegom, sappanhout en andere waardevolle producten worden vanuit het binnenland gebracht naar Bangkok waar ze worden gewogen en waar belasting wordt betaald; daarna vinden ze hun weg naar de schatrijke handelaren in de stad die ze verschepen naar Singapore, Bombay en Engeland. ‘
Afbeelding
‘ Zwarte peper is ruim voorradig en goedkoop; de teelt is een monopolie gekocht van de koning en alleen al van dit artikel wordt in 1841 niet minder dan 5 miljoen lb verscheept naar diverse markten.

Anders gezegd, welk land in het oosten kan de strijd met Siam aan: rijk in bodemopbrengst, in het bezit van waardevolle mijnbouw, hars, kruiden en peper, de beste en goedkoopste rijst en suiker, en het land vol met het heerlijkste fruit van de wereld.

Ook de kokosolie zal geen onaanzienlijke opbrengst genereren maar ofschoon de Siamezen zich ‘Thai’ noemen ofwel ‘vrij’ zijn ze op hun best onderdrukte en kruiperige mensen en te druk bezig met hun eigen probleempjes om te denken aan verbetering van hun levensstandaard door ijverig te werken.

Zoals de zaken er nu voor staan is de totale export te schatten op een miljoen sterling per jaar terwijl de import te verwaarlozen is, en de binnenlanden zijn totaal onvoorzien van artikelen die daar een gemakkelijke markt zullen vinden.

Dit komt door de buitensporige invoerrechten en heffingen op schip en lading tezamen die daardoor hoger uitvallen dan de waarde van de lading, en dat maakt ze buiten bereik van de minder rijke klasse van handelaren die alleen het risico en de problemen voor de handel met het binnenland voor lief nemen als ze na aftrek van de kosten nog wat kunnen verdienen. En dat is niet het geval. ‘

Guttegom en hars

Hars
Afbeelding
‘ De guttegom gewonnen in Siam is van een fonkelende kleur . Het komt de boom uit door inkepingen te maken in de bast van de boom en wordt opgevangen in kleine potjes gemaakt van de takken van de bomen. Er hoeft niets meer aan gedaan te worden om het gereed te maken voor de markt nu het snel hard wordt.

Siamezen zijn akkerbouwers met uitzondering van hen die in Bangkok wonen. Ze doen allemaal zwaar en arbeidsintensief werk en de Chinezen houden het monopolie over andere bewerkingen en de beter betalende werkzaamheden zoals het raffineren van suiker.

De jaarlijkse overstromingen van de Meinam zijn goed voor de productie van suikerriet en voor de rijstvelden die beide veel vocht vereisen in dit hete klimaat; of zoals ooit een soldaat antwoordde die werd aangesproken op zijn gewoonte dronken te worden: het klimaat is altijd h-h-heet, en ik ben altijd d-d-droog......’

==

Toelichting en afbeeldingen

Thai Yoi en Thai Noe; Yoi zal Yai zijn, en ik verwijs naar pg 69 van het boek ‘The Bengal and Agra Annual Guide and Gazetteer’ waarvan deze link en scroll dan iets omlaag tot ‘Siam’:
https://books.google.nl/books?id=BDQ5Sz ... oe&f=false

Lb; 453,5923 gram.

Suikerriet:

De Chinezen hebben rond 1801 de eerste suikerrietplantages aangeplant in Siam. Voordien bestond dat niet in het land. In 1821 al bedraagt de jaarlijkse productie 30,000 peculs van 133,5 lb elk, of 1.788 ton en de heer Suri-Wong verwacht dat de productie bijna onbeperkt kan stijgen. (Mr George Finlayson, Schots natuurkenner, 1790-1823)

De tekening komt uit het boek.

Guttegomboom; By E-190 - E-190's file, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=2031098

Sappanhout; By Vinayaraj - Own work, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.p ... d=21987449

Hars van de grove den; Door Agnieszka Kwiecień (Nova) - Eigen werk, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=506783

Plaats reactie

Terug naar “Cultuur”